Nieuwe studie: uitgestorven dinosauriërs maakten weg vrij voor verspreiding van druiven in Zuid-Amerika

AmsterdamOnderzoekers hebben versteende druivenpitten gevonden in Colombia, Panama en Peru die tussen de 60 en 19 miljoen jaar oud zijn. Deze zaden laten zien hoe de druivenfamilie zich verspreidde na het uitsterven van de dinosauriërs. Een van deze soorten is de oudst bekende druivenplant in het westelijk halfrond. Deze ontdekking werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature Plants.

Belangrijke Bevindingen:

1. Fossiele druivenzaden gevonden in Zuid-Amerika.
2. Zaden zijn tussen de 60 en 19 miljoen jaar oud.
3. Nieuwe soort genoemd Lithouva susmanii.
4. Oudste bekende druivenplanten in het westelijk halfrond.
5. Onderzoek biedt inzicht in de ecologie van bossen na de dinosauriërs.

Zachte weefsels zoals fruit worden meestal niet gefossiliseerd. Daarom bestuderen wetenschappers zaden om meer te weten te komen over oude fruitsoorten. De oudste druivenzaadfossielen, die 66 miljoen jaar oud zijn, zijn gevonden in India. Dit valt samen met de periode waarin een asteroïde-inslag de dinosauriërs uitroeide.

Het uitsterven van grote dinosauriërs had ook invloed op planten, volgens Herrera. Grote dinosauriërs hielden waarschijnlijk de bossen opener, aldus Mónica Carvalho van de Universiteit van Michigan. Nadat ze waren uitgestorven, werden de bossen dichter. Dit hielp waarschijnlijk wijnstokken, die andere planten nodig hebben voor steun, om te gedijen.

Na de massa-extinctie hielpen vogels en zoogdieren waarschijnlijk bij het verspreiden van druivenzaadjes. Herrera, die dit werk als student begon, deed in 2022 een belangrijke ontdekking in de Colombiaanse Andes. Carvalho vond een piepkleine fossiel in 60 miljoen jaar oude rotsen. CT-scans onthulden dat dit fossiel een druif was.

Lees ook:

Vandaag · 09:53

Ontcijferde voornaamwoorden: hersenen onthullen rol van geheugen

Een nieuwe soort kreeg de naam Lithouva susmanii, ter ere van Arthur T. Susman. Dit fossiel suggereert dat de gewone wijnstok, Vitis, in Zuid-Amerika is geëvolueerd. Verder onderzoek onthulde nog negen andere fossiele druivensoorten, variërend van 60 tot 19 miljoen jaar geleden. Deze bevindingen tonen aan dat druiven robuust zijn en zich kunnen aanpassen. Ondanks vele uitstervingen en migraties overleefden en evolueerden ze wereldwijd.

Fabiany Herrera gelooft dat deze fossielen cruciale inzichten bieden in de evolutie van bossen. Ze laten zien hoe biodiversiteit reageert tijdens crisissen. Dit onderzoek is uitgevoerd door Fabiany Herrera van het Field Museum, Mónica Carvalho van de Universiteit van Michigan, Gregory Stull van het Nationaal Museum voor Natuurlijke Historie bij het Smithsonian Instituut, Carlos Jarramillo van het Smithsonian Tropisch Onderzoeksinstituut en Steven Manchester van de Universiteit van Florida.

Uit onderzoek blijkt dat de uitsterving van de dinosauriërs onverwachte gevolgen had voor plantensoorten. Het illustreert hoe veranderingen in het milieu sommige soorten kunnen laten floreren. Dit soort onderzoek is cruciaal omdat het ons waardevolle inzichten kan geven in het omgaan met hedendaagse biodiversiteitskwesties. Door te begrijpen wat er in het verleden is gebeurd, kunnen we nu betere beslissingen nemen.