Stofinslag bij drukke luchthavens leidt tot meer motorslijtage tijdens landingsvertragingen

AmsterdamVliegtuigen die landen op drukke luchthavens nemen veel stof op, wat resulteert in meer motorslijtage en verhoogde risico's. Onderzoekers van de Universiteit van Reading hebben ontdekt dat vliegtuigen tot wel 10 kilogram stof opnemen per 1.000 vluchten. Het merendeel van dit stof komt in de motoren terecht terwijl de vliegtuigen cirkelen en wachten om te landen.

De studie analyseerde 17 jaar aan weersgegevens en satellietbeelden om de hoeveelheid stof te meten bij tien grote luchthavens in woestijngebieden en regio's met frequente stofstormen. Hieruit bleek dat de meeste stof werd vastgelegd bij:

• Delhi, India: 6,6 g per aankomst in de zomer, 4,4 g per vertrek
• Dubai, VAE: 4,3 g per aankomst
• Niamey, Niger: 4,7 g per aankomst
• Peking, China: 2,9 g per aankomst

Dr. Claire Ryder legt uit dat stof en zand schadelijk zijn voor vliegtuigmotoren. Stof smelt en vormt glasachtige afzettingen op de bladen en harde korsten binnenin de motoren. Deze afzettingen verstoren de luchtstroom en veroorzaken oververhitting van de motoren, wat leidt tot snellere slijtage.

Vliegtuigen nemen het meeste stof op wanneer ze in wachtpatronen cirkelen. Het cirkelen op een hoogte van ongeveer een kilometer kan leiden tot veel stofopname. Tijdens de zomer in Delhi bijvoorbeeld, nemen vliegtuigen de helft van hun totale stof op terwijl ze op lage hoogten cirkelen.

Lees ook:

Vandaag · 08:11

Evolutie in klank: hoe het milieu de soortvorming van Darwins vinken beïnvloedt

Vliegen op grotere hoogtes kan de hoeveelheid stof die in de motoren terechtkomt met 41% verminderen. Bovendien kan vliegen tijdens de nacht in steden zoals Delhi en Dubai het stofverbruik van de motoren met meer dan 30% doen afnemen.

De mogelijke problemen zijn aanzienlijk. Meer slijtage aan de motoren leidt tot hogere onderhoudskosten en mogelijk kortere levensduur van de motoren. Luchtvaartmaatschappijen moeten mogelijk hun vluchtoperaties aanpassen, vooral in stoffige gebieden, om deze problemen beter aan te pakken.

Klimaatverandering maakt de zaken ingewikkelder. Hogere temperaturen kunnen mogelijk leiden tot meer stof door uitbreiding van woestijnen, maar klimaatmodellen zijn hierover niet eenduidig. De hoeveelheid stof hangt af van factoren zoals bodemvocht, wind, regenval en plantengroei. Onderzoekers aan de Universiteit van Reading werken aan de verbetering van klimaatmodellen om stofpatronen beter te kunnen voorspellen.

Luchtvaartmaatschappijen en luchtvaartautoriteiten moeten dit probleem snel aanpakken. Ze kunnen stofproblemen verminderen door de vluchtschema's en holdingpatronen te verbeteren. Met betere voorspellingsmodellen kan stofblootstelling worden voorspeld, waardoor luchtvaartmaatschappijen effectiever kunnen plannen. Deze aanpassingen kunnen geld besparen en de vluchten veiliger voor passagiers maken.