Nieuw onderzoek onthult oude focacciarecepten en sociale rituelen uit het Laat-Neolithicum
AmsterdamArcheologen hebben belangrijke vondsten gedaan die aantonen dat mensen in de Late Neolithische periode geavanceerde kooktradities hadden, vooral bij het bereiden van grote, smaakvolle broden en focaccia's. Onder leiding van experts van verschillende universiteiten laat het onderzoek zien dat volledig agrarische gemeenschappen in de Vruchtbare Halvemaan van de Nabije Oost betrokken waren bij deze groepsbak activiteiten. De ontdekking heeft voornamelijk betrekking op dopplaten, speciale bakcontainers die op verschillende archeologische locaties zijn gevonden.
Titel: Geavanceerde baktradities ontdekt in de Vruchtbare Halvemaan
Uit het onderzoek komen enkele belangrijke punten naar voren:
De schalen waren gemaakt van grove klei en hadden unieke interne oppervlakken met groeven om het uitnemen van brood te vergemakkelijken. De broden die op deze schalen werden gebakken wogen ongeveer 3 kg, wat erop wijst dat ze bedoeld waren voor gezamenlijk gebruik. Granen zoals tarwe en gerst werden tot bloem verwerkt om deze broden te maken. Sommige broden bevatten dierlijke vetten en plantaardige kruiden, wat wijst op een verscheidenheid aan smaken.
Deze ontdekking geeft ons inzicht in de culinaire voorkeuren en sociale gewoonten van mensen in de Neolithische tijd. Brood bakken speelde een belangrijke rol tijdens hun ceremonies en bijeenkomsten, omdat de grote broden waarschijnlijk bedoeld waren om gedeeld te worden. Ze experimenteerden met verschillende smaken en ingrediënten, wat getuigt van hun vroege kookvaardigheden en het delen van ideeën met anderen door gebruik te maken van de hen omringende middelen.
Het onderzoek bestrijkt een groot gebied tussen het huidige Syrië en Turkije en laat zien dat deze traditie wijdverspreid was. Het benadrukt hoe gezamenlijk bakken mensen samenbracht en het uitwisselen van ideeën bevorderde. Dit kan invloed hebben gehad op hoe we vandaag de dag, door middel van groepsactiviteiten en het delen van eten, met bakken omgaan.
Het vinden van organische resten wijst erop dat mensen zowel dierlijke vetten als plantaardige kruiden in hun voeding gebruikten, wat duidt op een dieet dat zowel planten als dieren omvatte. Dit suggereert dat mensen al het belang van een gevarieerd dieet inzagen om verschillende voedingsstoffen binnen te krijgen, lang voordat de moderne voedingswetenschap bestond.
De bevindingen wijzen erop dat vroege mensen geavanceerde bakvaardigheden hadden. In het Neolithicum gebruikten ze koepelvormige ovens en konden ze de temperatuur beheersen, wat aantoont dat ze veel kennis hadden van koken. Dit was bijzonder indrukwekkend voor die tijd en had waarschijnlijk invloed op latere kookmethoden.
Dit onderzoek biedt inzicht in de geschiedenis van focaccia en soortgelijke broden, en helpt ons te begrijpen hoe oude landbouwgemeenschappen zich sociaal en technologisch ontwikkelden.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1038/s41598-024-78019-9en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Sergio Taranto, Adrià Breu Barcons, Marta Portillo, Marie Le Miere, Anna Bach Gomèz, Miquel Molist, Cristina Lemorini. Unveiling the culinary tradition of ‘focaccia’ in Late Neolithic Mesopotamia by way of the integration of use-wear, phytolith & organic-residue analyses. Scientific Reports, 2024; 14 (1) DOI: 10.1038/s41598-024-78019-9Deel dit artikel