Vondst fossielen: Krijt-vogels als roofvogels actief
AmsterdamWetenschappers hebben nieuwe vogel-fossielen ontdekt uit het Late Krijt, die kenmerken vertonen die lijken op die van roofvogels. Deze fossielen werden gevonden in de Hell Creek-formatie in Montana en behoren tot een groep genaamd enantiornithines. Ze leefden waarschijnlijk net voor de massa-extinctie die de niet-vogelachtige dinosauriërs uitroeide. Deze vondst is belangrijk omdat enantiornithines tot nu toe vooral bekend waren uit het Vroeg-Krijt. Deze ontdekking helpt de kloof te dichten in het begrip van hun evolutie aan het einde van het Mesozoïcum.
Een recente studie in PLOS ONE onthult dat de ontdekking van nieuwe soorten waardevolle informatie heeft opgeleverd.
- Magnusavis ekalakaensis
- Avisaurus darwini
- Een nog onbenoemde soort van Avisaurus
Deze vogels waren groter dan hun voorouders. Avisaurus darwini woog meer dan een kilogram en was vergelijkbaar met een grote havik. Uit het onderzoek blijkt dat deze enantiornithines uit het Laat-Krijt krachtige beenspieren en stevige poten hadden, wat hen hielp om grote prooien te vangen en te dragen.
Belang van Grote Lichaamsgrootte bij Enantiornithines
Het belang van grote lichaamsgrootte en het vermogen om prooien te vervoeren is cruciaal. Het toont aan dat enantiornithines, een groep vogels uit het Laat-Krijt, meer divers werd in hun rol binnen het ecosysteem. Naarmate deze vogels zich verder ontwikkelden, bewoonden ze verschillende leefomgevingen en vertoonden ze uiteenlopende vormen en gedragingen. Deze aanpassingen waren mogelijk essentieel voor hun overleving in snel veranderende omgevingen, waardoor ze toegang kregen tot hulpbronnen die voor kleinere of minder aanpasbare vogels onbereikbaar waren.
Moderne roofvogels gebruiken scherpe ogen en stille vluchten om succesvol te jagen. Vermoedelijk hanteerden Avisaurus en zijn verwanten vergelijkbare technieken. Aanpassingen aan hun achterpoten, zoals krachtige enkelbewegingen, wijzen erop dat ze bekwame jagers waren. Dit duidt op een ecologische complexiteit in enantiornithinen die eerder niet volledig werd begrepen.
De studie van Clark en anderen benadrukt hoe nieuwe fossiele ontdekkingen voortdurend ons begrip van het leven in het verleden veranderen. Zelfs kleine fossiele fragmenten kunnen onze ideeën over de evolutie van soorten ingrijpend beïnvloeden. Met verbeterde analysemethoden kan elke nieuwe fossiel ons helpen de vroegere ecosystemen van de aarde beter te begrijpen. Deze specifieke vondst biedt ons meer inzichten in de evolutie van vogels, waarbij wordt aangetoond dat enantiornithines mogelijk net zo divers en aanpasbaar waren als de vogels van vandaag.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1371/journal.pone.0310686en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Alexander D. Clark, Jessie Atterholt, John B. Scannella, Nathan Carroll, Jingmai K. O’Connor. New enantiornithine diversity in the Hell Creek Formation and the functional morphology of the avisaurid tarsometatarsus. PLOS ONE, 2024; 19 (10): e0310686 DOI: 10.1371/journal.pone.0310686Deel dit artikel