Fossiele zaden onthullen geheimen van de plantenevolutie
AmsterdamWetenschappers hebben onlangs een ontdekking gedaan die ons helpt te begrijpen hoe vroege planten hun zaden met de wind verspreidden. Ze hebben een versteend zaad gevonden uit het Laat-Devoon, zo’n 360-385 miljoen jaar oud. Dit zaad, genaamd Alasemenia, is een van de oudste bekende voorbeelden van plantensoorten die de wind gebruikten voor zaadverspreiding. Vroege zaadplanten zoals Alasemenia waren belangrijk omdat ze een verandering aantoonden van voortplanting die afhankelijk was van sporen, zoals bij mossen en varens, naar voortplanting met zaden.
Alasemenia onderscheidt zich van andere Devoonse zaden doordat het drie vleugels heeft, terwijl zaden zoals Warstenia en Guazia er vier hebben. Wetenschappers gebruikten wiskundige modellen om aan te tonen dat de drie vleugels van Alasemenia waarschijnlijk goed konden draaien en het zaad makkelijk de wind konden laten vangen, waardoor het verder kon reizen. Deze ontdekking suggereert dat een ongewoon aantal vleugels voordelig kan zijn geweest voor de verspreiding van zaden via de wind.
Strategieën voor verspreiding door de wind richten zich op belangrijke kenmerken zoals lichte zaden die gemakkelijk kunnen reizen, structuren die helpen zaden door de lucht te laten zweven of draaien, en zaden die op het juiste moment worden losgelaten voor betere verspreidingskansen.
- Stuifballen
- Parachutevormige zaden (zoals paardenbloemen en zijdeplanten)
- Gevleugelde zaden (zoals esdoorn helikopterzaadjes)
Het ontwerp van Alasemenia wijst erop dat het een van de eerste planten was die zaden door de wind verspreidde, nog voordat methoden zoals parachutes of pluimen werden ontwikkeld. Door zaden met de wind te verspreiden, konden planten de concurrentie met hun eigen nakomelingen verminderen en hun zaden beter laten groeien in nieuwe gebieden.
Fossielen ontdekt in de Jianchuan-mijn in China missen een cupula, in tegenstelling tot veel zaden uit het Devoon. Deze afwezigheid suggereert dat het zaad zich mogelijk aanpaste om door de wind verspreid te worden, in plaats van door water of andere methoden. De zaden hebben vleugels die uit hun omhulsels groeien, wat aantoont hoe vroege planten hun voortplantingsdelen kunnen hebben aangepast om windverspreiding mogelijk te maken.
Deze studie helpt ons niet alleen om het verleden te begrijpen, maar laat ook zien hoe planten in het verleden met milieu-uitdagingen zijn omgegaan. Terwijl de huidige ecosystemen veranderen, biedt kennis over deze oude aanpassingen ons inzichten in hoe planten zich nu en in de toekomst kunnen aanpassen en overleven in een veranderend klimaat.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.7554/eLife.92962en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Le Liu, Jiangnan Yang, Deming Wang, Yi Zhou, Peng Xu, Min Qin, Pu Huang. Alasemenia, the earliest ovule with three wings and without cupule. eLife, 2024; 13 DOI: 10.7554/eLife.92962Deel dit artikel