Smaakexplosie bij blinde grotvis: hoe verlies van zicht zorgt voor meer smaakpapillen
AmsterdamBlinde grottenvisjes hebben zich aangepast om in donkere omgevingen te overleven. In de loop der jaren hebben deze vissen in de grottenmeren van noordoost Mexico hun zicht verloren. In plaats daarvan ontwikkelden ze meer smaakpapillen op hun kop en kin. Een nieuwe studie van de Universiteit van Cincinnati, gepubliceerd in Nature Communications Biology, legt uit wanneer en hoe deze smaakpapillen ontstaan.
Belangrijke Bevindingen van het Onderzoek:
- Holvisjes ontwikkelen extra smaakpapillen op hun koppen en kinnen.
- De timing en dichtheid van de uitbreiding van smaakpapillen variëren tussen holvispopulaties.
- De ontwikkeling van smaakpapillen wordt voornamelijk gestuurd door twee gebieden van het genoom.
Vroege onderzoeken toonden aan dat blinde grotvisjes net zoveel smaakpapillen hebben als oppervlaktevissen tot ze ongeveer vijf maanden oud zijn. Na vijf maanden begint het aantal smaakpapillen toe te nemen, en deze verschijnen dan ook op hun hoofden en kinnen. Deze toename gaat door tot ze ongeveer 18 maanden oud zijn. Deze verandering vindt plaats wanneer grotvisjes overstappen van levend voedsel naar andere bronnen zoals vleermuisuitwerpselen.
Uit het onderzoek blijkt dat deze eigenschap waarschijnlijk door slechts twee delen van het genoom wordt gereguleerd. Dit is verrassend omdat de eigenschap complex is. Een andere interessante bevinding is dat de smaakpapillen mogelijk ook in grotten groeien zonder de aanwezigheid van vleermuizen, wat wijst op een bredere aanpassingsproces.
Ik denk dat een beter ontwikkelde smaakzin dieren helpt te overleven in donkere grotten waar ze niets kunnen zien. Zonder zicht kan een scherpe smaak hen helpen voedsel te vinden en te identificeren. Deze eigenschap laat zien hoe grotdieren nieuwe vaardigheden kunnen ontwikkelen om andere verloren zintuigen te compenseren.
Deze aanpassing kan een algemene evolutietrend weerspiegelen waarbij bepaalde functies toenemen om verlies van andere te compenseren. Bijvoorbeeld, in donkere of voedselarme omgevingen kunnen andere zintuigen belangrijker worden. Dit suggereert dat genomen een soort flexibiliteit hebben die snelle aanpassing aan veranderende leefomgevingen mogelijk maakt.
Inzicht in deze genetische processen helpt ons te begrijpen hoe evolutie werkt in geïsoleerde en uitdagende omgevingen. De grotvis Astyanax mexicanus biedt nuttige inzichten in hoe levende wezens fysiek kunnen veranderen door hun omgeving. Dit onderzoek kan ook waardevolle inzichten verschaffen in menselijke aanpassing, natuurbescherming en het effect van milieuveranderingen op het voortbestaan van soorten.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1038/s42003-024-06635-2en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Daniel Berning, Halle Heerema, Joshua B. Gross. The spatiotemporal and genetic architecture of extraoral taste buds in Astyanax cavefish. Communications Biology, 2024; 7 (1) DOI: 10.1038/s42003-024-06635-2Deel dit artikel