Cognitieve therapie herstructureert hersencircuits en bestrijdt depressie, toont Stanford-onderzoek aan.

AmsterdamOnderzoek van Stanford Medicine onthult dat cognitieve gedragstherapie (CGT) langdurige veranderingen in de hersenfunctie kan veroorzaken, vooral wanneer de therapie wordt aangepast aan het brein van de persoon. De studie richtte zich op volwassenen met zowel depressie als obesitas en ontdekte dat probleemoplossende CGT kan helpen depressieve symptomen te verminderen en positieve veranderingen in hersenactiviteit kan teweegbrengen.

Bij probleemoplossende cognitieve gedragstherapie ligt de nadruk op het deel van de hersenen dat betrokken is bij planning en concentratie. De therapie bevat praktische stappen zoals:

• Herkennen van problemen uit het dagelijks leven
• Brainstormen over mogelijke oplossingen
• Kiezen en uitvoeren van de beste oplossing

De hersenen functioneren beter na slechts twee maanden therapie. Dit helpt bij het identificeren van degenen die op lange termijn baat zullen hebben bij de behandeling.

Deze aanpak om hersencircuits te verbeteren verschilt van de gebruikelijke trial-and-error methode voor het behandelen van depressie. De meeste depressiebehandelingen houden geen rekening met individuele verschillen in de hersenen. Dit onderzoek maakt gebruik van een meer gepersonaliseerde benadering, vergelijkbaar met andere medische vakgebieden. Bijvoorbeeld, doktoren voeren verschillende tests uit om de oorzaak van borstpijn te achterhalen voordat ze een behandeling kiezen. Evenzo zouden hersenscans binnenkort kunnen worden gebruikt om depressiebehandelingen aan te passen aan de unieke hersenpatronen van elke persoon.

Dit onderzoek kent talloze mogelijke invloeden:

Hersenscans kunnen artsen binnenkort helpen om snel de meest effectieve therapie voor patiënten te vinden, waardoor de tijd wordt verminderd die besteed wordt aan behandelingen die niet werken.

Veranderingen in hersenactiviteit kunnen vroegtijdig aangeven of een therapie effectief is, waardoor artsen sneller behandelingsplannen kunnen bijstellen.

Mensen gaven aan dat ze beter waren in het omgaan met dagelijkse problemen, wat het makkelijker voor hen maakte om weer aan het werk te gaan en deel te nemen aan sociale activiteiten.

Dit onderzoek toont aan dat gedachten en gedrag hersencircuits kunnen veranderen. Dit begrip kan een revolutie teweegbrengen in de behandeling van depressie door gepersonaliseerde behandelplannen te ontwikkelen op basis van specifieke tests. Met deze aanpak kan de geestelijke gezondheidszorg verbeteren door zich te richten op hersenactiviteit om behandelingskeuzes te sturen, wat leidt tot snel herstel en betere resultaten voor patiënten met depressie.