Hooggerechtshof: Californische man mag "Trump too small" niet registreren

AmsterdamHet Hooggerechtshof heeft bepaald dat een man uit Californië, Steve Elster, de zin "Trump te klein" niet mag registreren als handelsmerk. Elster wilde deze uitdrukking gebruiken om voormalig president Donald Trump te bespotten. Hij beweerde dat het verbod op het handelsmerk zijn recht op vrije meningsuiting schond. Een federale rechtbank had hem gelijk gegeven, maar het Hooggerechtshof was het daar niet mee eens.

Hoogste rechter John Roberts uitte bezorgdheid over deze zaak. Hij zei dat als Elster zou winnen, veel mensen zouden proberen vergelijkbare uitspraken over Trump te registreren als handelsmerk. Alle negen rechters waren het oneens met Elster's bewering, maar ze hadden verschillende redenen voor hun beslissingen. Hun meningen besloegen in totaal 53 pagina's.

In de afgelopen zes jaar hebben de rechters federale wetten ingetrokken met betrekking tot handelsmerken die als schokkend, immoreel of beledigend werden beschouwd. De zaak van Elster was echter anders. Deze betrof een regel die bepaalt dat een handelsmerk niet kan worden goedgekeurd als het de naam, foto of handtekening van een levende persoon bevat zonder hun schriftelijke toestemming.

De uitdrukking "Trump te klein" stamt uit een evenement in 2016. Tijdens de presidentscampagne maakte de senator uit Florida, Marco Rubio, een grap over Trump. Rubio zei dat Trump hem "kleine Marco" noemde. Vervolgens zei Rubio dat Trump kleine handen had, waarbij hij insinueerde dat mannen met kleine handen niet te vertrouwen zijn.

Lees ook:

Gisteren · 22:07

Musk en Trump: strijd om begroting verandert machtsspel in VS

Hier is een overzicht van de zaak:

• Hoofdrechter John Roberts maakte zich zorgen over een overvloed aan vergelijkbare handelsmerken.
• Alle negen rechters verwierpen Elster’s claim, maar ieder met andere redenen.
• De meningen over de zaak waren verspreid over 53 pagina's.

Onlangs heeft de rechtbank verduidelijkt wanneer openbare ambtenaren aangeklaagd kunnen worden voor het blokkeren van critici op sociale media. Ze verklaarden dat openbare ambtenaren aangeklaagd kunnen worden als ze critici blokkeren op hun sociale media-accounts.

De uitspraak van het Hooggerechtshof in de zaak-Elster toont aan dat zij voorzichtig omgaan met merkenwetgeving. Ze proberen een evenwicht te vinden tussen het recht op vrije meningsuiting en de regels omtrent het gebruik van namen en handtekeningen. De rechters willen voorkomen dat er een overvloed aan negatieve merken ontstaat over publieke figuren zoals Trump.

Deze zaak illustreert dat er nog steeds discussie is over de wetgeving. Het blijft lastig om een eerlijke balans te vinden tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en de merkenwetten.