Plasticverdrag in de knel door meningsverschillen over productielimieten
AmsterdamDiscussies over nieuwe mondiale plasticverdrag botsen over productielimieten
Afsgevaardigden uit diverse landen zijn bezig met de afsluiting van hun besprekingen over een nieuw wereldwijd plasticverdrag, maar er is nog steeds onenigheid over de toegestane hoeveelheid plasticproductie. De huidige conceptversie krijgt kritiek vanwege haar soepele aanpak, met optionele maatregelen die volgens velen onvoldoende zijn om plasticvervuiling effectief aan te pakken. Sam Adu-Kumi, de vertegenwoordiger van Ghana, pleit voor verplichte regels en waarschuwt dat zwakke plannen de ernstige milieurampen in landen zoals het zijne niet zullen oplossen.
Het ontwerpverdrag legt de voortdurende spanningen tussen landen bloot. Aan de ene kant eisen landen die zwaar getroffen worden door plastic afval dat er concrete verplichtingen worden vastgelegd. Zij beweren dat:
- Plasticvervuiling ernstige milieuschade veroorzaakt.
- Vrijwillige maatregelen in het verleden niet voldoende resultaat hebben opgeleverd.
- Een krachtig verdrag essentieel is om de kern van de crisis aan te pakken.
Sommige landen die veel plastic produceren, en industrieën zoals olie en gas, willen de plasticproductie liever niet beperken. In plaats daarvan richten ze zich op het verbeteren van afvalbeheer en recycling. Dit benadrukt de spanning tussen milieubescherming en economische belangen.
Besluitvorming in internationale onderhandelingen is een belangrijk punt van discussie. Momenteel moeten alle landen instemmen voordat een voorstel in het verdrag kan worden opgenomen. Hierdoor kan elk land de voortgang blokkeren als het niet akkoord gaat. India en Saoedi-Arabië willen deze aanpak behouden. Sommige groepen pleiten echter voor een verandering naar een systeem waarin bij gebrek aan unanimiteit door stemming besluiten kunnen worden genomen, wat het proces zou kunnen versnellen.
Erin Simon van het Wereld Natuur Fonds stelt dat het ontbreken van een stemsysteem betekent dat elk land gemakkelijk vooruitgang kan blokkeren. Hierdoor worden de gesprekken lang en onproductief. Zonder stemmechanisme zijn landen minder geneigd om compromissen te sluiten of goed samen te werken.
De debatten onderstrepen de uitdagingen bij het opstellen van mondiale milieubeleid: het balanceren van uiteenlopende prioriteiten van landen, economische belangen en milieudoelstellingen. Naarmate de gesprekken ten einde lopen, groeit de druk om een oplossing te vinden die iedereen tevreden stelt en ervoor zorgt dat het akkoord effectief de wereldwijde plasticvervuiling aanpakt. De uitkomst van deze onderhandelingen kan bepalend zijn voor de vorming van toekomstige internationale milieuovereenkomsten.
Deel dit artikel