Nieuwe studie: hersenscans onthullen verband tussen breinnetwerk en depressiegevoeligheid bij volwassenen
AmsterdamOnderzoekers van Weill Cornell Medicine hebben een hersenpatroon gevonden dat sommige mensen vatbaarder maakt voor depressie. Bij herhaalde hersenscans van een groep patiënten over een periode van 18 maanden ontdekten ze dat mensen met depressie een groter salience-netwerk in hun hersenen hebben dan mensen zonder depressie.
De groei van het salience-netwerk kan de kans op depressie vergroten. Dit netwerk omvat gebieden in de frontale cortex en het striatum, die helpen bij het verwerken van beloningen en het identificeren van belangrijke stimuli. De uitbreiding van dit netwerk kan verantwoordelijk zijn voor belangrijke depressiesymptomen, zoals anhedonie, het verlies van het vermogen om plezier te ervaren.
Belangrijke inzichten uit het onderzoek zijn:
- Het saliencienetwerk is ongeveer twee keer zo groot bij mensen met depressie.
- Mensen met een groter saliencienetwerk in hun jeugd hebben mogelijk een hogere kans om als volwassene depressie te ontwikkelen.
- Deze hersenstructuur speelt een rol bij beloningsverwerking en aandachtstoewijzing.
Uit dit onderzoek blijkt dat de hersenactiviteitspatronen aanzienlijk verschillen tussen mensen. In tegenstelling tot de eerdere gedachte dat hersennetwerken voor iedereen hetzelfde zijn, toont deze studie aan dat dit niet het geval is. Deze bevindingen kunnen leiden tot nieuwe diagnostische hulpmiddelen en behandelingen die zijn afgestemd op de unieke hersenstructuur van elke persoon.
Dit onderzoek is essentieel, omdat het gebruik maakt van herhaalde scans. Traditionele fMRI-studies hebben beperkingen omdat depressie in de loop van de tijd verandert. Eén scan kan deze veranderingen niet altijd detecteren. Door dezelfde personen meerdere keren te scannen, kunnen onderzoekers consistente patronen vinden die kunnen leiden tot depressie.
De bevindingen hebben bredere implicaties dan alleen voor depressie. Als vergelijkbare technieken worden toegepast op andere mentale ziektes, zou dit onze manier van diagnosticeren en behandelen kunnen veranderen. Momenteel willen onderzoekers deze methode gebruiken om te begrijpen hoe depressiebehandelingen de hersenactiviteit beïnvloeden. Dit kan leiden tot verbeterde, persoonlijke behandelingsplannen gebaseerd op de unieke hersenstructuur van elk individu.
Dit onderzoek bevestigt dat de diepscanmethode werkt en ons kan helpen om depressie beter te begrijpen en te behandelen. Door te zien dat er wezenlijke verschillen zijn in hersennetwerken, kunnen we nieuwe methoden ontwikkelen die rekening houden met deze verschillen, wat mogelijk leidt tot betere resultaten voor mensen met mentale gezondheidsproblemen.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1038/s41586-024-07805-2en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Charles J. Lynch, Immanuel G. Elbau, Tommy Ng, Aliza Ayaz, Shasha Zhu, Danielle Wolk, Nicola Manfredi, Megan Johnson, Megan Chang, Jolin Chou, Indira Summerville, Claire Ho, Maximilian Lueckel, Hussain Bukhari, Derrick Buchanan, Lindsay W. Victoria, Nili Solomonov, Eric Goldwaser, Stefano Moia, Cesar Caballero-Gaudes, Jonathan Downar, Fidel Vila-Rodriguez, Zafiris J. Daskalakis, Daniel M. Blumberger, Kendrick Kay, Amy Aloysi, Evan M. Gordon, Mahendra T. Bhati, Nolan Williams, Jonathan D. Power, Benjamin Zebley, Logan Grosenick, Faith M. Gunning, Conor Liston. Frontostriatal salience network expansion in individuals in depression. Nature, 2024; DOI: 10.1038/s41586-024-07805-2Deel dit artikel