Nieuwe Amerikaanse wetten richten zich op Chinese industrieën en nationale veiligheid

AmsterdamNieuwe wetgeving die door het Congres wordt overwogen, richt zich op verschillende Chinese sectoren, zoals biotechnologie en landbouw. Deze wetten hebben tot doel nationale veiligheidskwesties aan te pakken en de afhankelijkheid van Chinese bedrijven te verminderen. Echter, belangenorganisaties en internationale instanties maken zich zorgen over deze maatregelen.

Belangenbehartigingsgroepen vrezen dat negatieve uitspraken over China kunnen leiden tot discriminatie van Aziatische Amerikanen. Christine Chen, leider van Asian & Pacific Islander American Vote, waarschuwde dat dit een sfeer kan creëren waarin Aziatische Amerikanen onterecht beschuldigd of verdeeld worden. Ondertussen heeft de Chinese ambassade in Washington de wetgeving bekritiseerd en aangegeven dat deze schadelijk kan zijn voor de relaties tussen China en de VS en Amerikaanse belangen kan schaden.

De wetsvoorstellen richten zich op:

• Biotechnologie: Een wetsvoorstel om bepaalde Chinese biotechnologiebedrijven te verbieden samen te werken met door de overheid gefinancierde instanties.
• Drones: Wetgeving die DJI-drones verklaart als een "onaanvaardbaar risico" en hen uitsluit van Amerikaanse netwerken.
• Intellectueel eigendom: Een heropleving van een Trump-tijdperk programma gericht op het stoppen van diefstal van Amerikaanse bedrijfsgeheimen.
• Landbouwgrond: Pogingen om Chinese staatsburgers te beperken in het kopen van Amerikaanse landbouwgrond.

De biotechnologiewet kan samenwerkingsverbanden verstoren, kosten verhogen en medisch onderzoek vertragen, aangezien veel Amerikaanse bedrijven Chinese aannemers gebruiken voor klinische proeven en geneesmiddelenontwikkeling. Bedrijven zoals BGI beweren dat de wet hen onterecht viseert onder het mom van nationale veiligheid. Voorstanders zoals Rep. Brad Wenstrup stellen dat deze wet nodig is om de Amerikaanse genetische gegevens te beschermen.

Lees ook:

Gisteren · 15:27

VS overtreft China in AI-innovatie volgens nieuwste Stanford-ranking

DJI, een Chinees bedrijf, ondervindt in de drone-industrie veel kritiek vanwege zijn dominante positie. Voorgestelde wetten willen de dataveiligheid verbeteren door DJI-producten uit cruciale Amerikaanse infrastructuur te weren. DJI beweert dat gebruikers vrijwillig gegevens delen, maar sommige wetgevers denken dat de Chinese overheid DJI financieel steunt, wat Amerikaanse concurrenten schaadt. Deze maatregelen komen voort uit angst voor industriële spionage, hoewel anderen geloven dat samenwerking op technologisch gebied beide landen goed zou kunnen doen.

Het voorgestelde herstel van het China-initiatief wekt bezorgdheid over spionage. Eerdere versies van dit programma werden echter bekritiseerd vanwege raciale profilering en het beperken van academische samenwerking. Critici suggereren dat het richten op specifieke overtreders in plaats van brede beleidsmaatregelen effectiever zou zijn en onschuldige onderzoekers niet zou schaden.

De wet die de verkoop van landbouwgrond beperkt, hangt samen met zorgen over de nationale veiligheid. Wetgevers maken zich zorgen over Chinese investeringen in Amerikaanse gebieden nabij belangrijke militaire locaties. Afgevaardigde Dan Newhouse benadrukte dat voedselzekerheid een onderdeel is van nationale veiligheid. Er bestaan echter al wetten op federaal en staatsniveau die enige bescherming bieden, waardoor sommigen zich afvragen of extra beperkingen wel nodig zijn.

Deze nieuwe wetten tonen een groeiende inspanning om de invloed van China te beperken. Het blijft echter essentieel om na te denken over hoe elke wet de economie, de samenleving en internationale relaties kan beïnvloeden. Een balans vinden tussen nationale veiligheid en een goede samenwerking met andere landen is een complexe taak voor Amerikaanse beleidsmakers.