Franse aanklagers vragen uitspraak hof over arrestatiebevel Assad
AmsterdamHooggerechtshof moet zich uitspreken over arrestatiebevel voor Assad, zegt Franse justitie
Franse aanklagers hebben het hoogste gerechtshof in hun land verzocht om te beslissen over de geldigheid van het arrestatiebevel tegen de Syrische president Bashar al-Assad. Dit bevel werd in november uitgevaardigd als onderdeel van een onderzoek naar vermeende oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Advocaten van slachtoffers en niet-gouvernementele organisaties noemen het beroep van de aanklagers "onterecht".
Naast Assad vaardigde Frankrijk ook arrestatiebevelen uit voor:
- Maher Assad, zijn broer en commandant van de 4e Pantserdivisie
- Ghassan Abbas, een Syrische generaal
- Bassam al-Hassan, eveneens een Syrische generaal
De autoriteiten hebben deze bevelen uitgevaardigd wegens vermoedelijke betrokkenheid bij oorlogsmisdaden. Het onderzoek richt zich op de chemische aanvallen op Douma en Oost-Ghouta, buitenwijken van Damascus, in 2013. Bij deze aanvallen kwamen meer dan 1.000 mensen om het leven en raakten duizenden gewond. Het onderzoek, aangestuurd door het Syrian Center for Media and Freedom of Expression dat de overlevenden vertegenwoordigt, begon in 2021.
Frankrijk maakt gebruik van een wet waarmee ze misdaden overal ter wereld kunnen onderzoeken. De onderzoekszaak wordt behandeld door de Rechtbank van Parijs. De slachtoffers zeggen dat het onderzoek pijnlijke herinneringen oproept aan de vreselijke gebeurtenissen tijdens de Syrische burgeroorlog.
Het is onwaarschijnlijk dat president Assad in Frankrijk voor de rechter zal verschijnen. Internationale arrestatiebevelen voor zittende wereldleiders zijn zeldzaam, maar geven een krachtig signaal af over zijn daden. Het arrestatiebevel voor Assad heeft geen invloed op de bevelen voor zijn broer en twee generaals. Zij kunnen nog steeds gearresteerd en naar Frankrijk gebracht worden voor verhoor.
Franse autoriteiten hebben arrestatiebevelen uitgevaardigd na klachten die in 2020 in Duitsland en in 2021 in Zweden werden ingediend. Deze klachten betreffen chemische aanvallen in Oost-Ghouta in 2013 en Khan Shaykhun in 2017. Ze baseren hun beschuldigingen op getuigenverklaringen, visueel bewijs en informatie over wie destijds de leiding had.
Veel mensen wereldwijd menen dat de regering van Assad verantwoordelijk is voor de sarin-gasaanval in Oost-Ghouta. De Syrische regering en haar bondgenoten ontkennen dit echter. Zij beweren dat de aanval werd uitgevoerd door oppositietroepen die buitenlandse militaire hulp wilden uitlokken.
Na de aanval overwoog de Verenigde Staten militaire actie. Voormalig president Barack Obama noemde het een serieus probleem, maar het Amerikaanse publiek en het Congres wilden geen nieuwe oorlog. In plaats daarvan sloot Washington een overeenkomst met Moskou. Deze deal dwong Syrië in 2013 zijn chemische wapens in te leveren.
Syrië beweert dat het alle chemische wapens heeft vernietigd zoals afgesproken. Desondanks beschuldigen waakhondgroepen de Syrische regering nog steeds van het gebruik van chemische wapens nadien.
Vandaag · 04:07
Lokale talen herwinnen terrein in Senegal
Gisteren · 22:14
Mexicaanse president lanceert ambitieuze klimaatactieplannen
Gisteren · 20:11
Dodelijk bendegeweld in Haïti eist 70 slachtoffers
Gisteren · 13:56
Transgenderkandidaten Brazilië vechten voor politieke veiligheid
Deel dit artikel