Wetenschappers ontdekken genetische verstoringen in synaptische plasticiteit bij schizofrenie
AmsterdamWetenschappers van de Universiteit van Tampere hebben ontdekt hoe ze het vermogen van de hersenen om te veranderen en zich aan te passen bij mensen met schizofrenie kunnen verminderen. Deze bevinding komt uit een studie die genen onderzocht die met de aandoening te maken hebben en keek naar hoe ze de verbindingen tussen hersencellen beïnvloeden.
Belangrijke bevindingen zijn:
- Ontdekking van drie eiwitten essentieel voor synaptische plasticiteit
- Ontwikkeling van een computermodel om genetische en moleculaire veranderingen te testen
- Verband tussen genetische varianten en verstoorde EEG-reacties bij schizofreniepatiënten
Synaptische plasticiteit, het vermogen van synapsen om in sterkte te veranderen, is essentieel voor leren en geheugen. Problemen in dit proces worden nu nauw in verband gebracht met schizofrenie. Onderzoekers hebben computermodellen gebruikt om te onderzoeken hoe genetische verschillen synaptische plasticiteit beïnvloeden. Deze methode biedt een gedetailleerder inzicht in de cellulaire mechanismen die betrokken zijn bij schizofrenie dan eerder onderzoek.
Onderzoekers hebben polygenescorekaarten uit genoomwijde associatiestudies (GWAS) bijgesteld om zich te richten op hoe plasticiteitsgerelateerde genen het risico op schizofrenie beïnvloeden. Het onderzoek toonde aan dat sommige genetische varianten in deze genen verband houden met een slechte respons op visuele stimuli, gemeten met EEG's. Deze ontdekking biedt een gedetailleerder genetisch inzicht in schizofrenie en suggereert dat het richten op synaptische plasticiteit kan leiden tot nieuwe behandelingen.
Deze bevindingen zijn van groot belang. De huidige behandelingen voor schizofrenie richten zich voornamelijk op de symptomen en niet op de genetische oorzaken. Door de specifieke genen te begrijpen die de verbindingen in de hersenen beïnvloeden, kunnen we wellicht nieuwe behandelingen ontwikkelen die deze genetische problemen aanpakken. Dit zou kunnen leiden tot betere en meer gepersonaliseerde behandelingen voor schizofrenie.
Uit de studie blijkt dat nieuwe computermodellen waardevol zijn in psychiatrisch onderzoek. Traditionele experimenten kennen beperkingen, vooral bij ziekten waarbij veel genen samenwerken. Computermodellen kunnen deze complexe interacties gemakkelijk verwerken, wat leidt tot een beter begrip van hoe veranderingen in genen en moleculen ziekteverschijnselen veroorzaken.
Onderzoekers willen omgevingsfactoren toevoegen aan hun modellen om schizofrenie beter te begrijpen. Deze psychische aandoening wordt beïnvloed door zowel genetica als de omgeving. Door beide factoren in een model te combineren, kunnen nauwkeurigere voorspellingen en betere behandelopties ontstaan. De huidige modellen zullen worden uitgebreid om te bestuderen hoe genetica en omgevingsfactoren de symptomen van schizofrenie beïnvloeden.
De ontdekking van een mechanisme dat synaptische plasticiteit beïnvloedt bij schizofrenie is een belangrijke vooruitgang. Dit opent de deur voor nieuwe studies en behandelingen, waarbij geavanceerde computermodellen worden gebruikt om het complexe genetische profiel van deze ernstige aandoening te doorgronden.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1073/pnas.2312511121en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Tuomo Mäki-Marttunen, Kim T. Blackwell, Ibrahim Akkouh, Alexey Shadrin, Mathias Valstad, Torbjørn Elvsåshagen, Marja-Leena Linne, Srdjan Djurovic, Gaute T. Einevoll, Ole A. Andreassen. Genetic mechanisms for impaired synaptic plasticity in schizophrenia revealed by computational modeling. Proceedings of the National Academy of Sciences, 2024; 121 (34) DOI: 10.1073/pnas.2312511121Deel dit artikel