Nieuwe studie: bepaalde vetzuren in navelstrengbloed mogelijk gelinkt aan autisme bij kinderen
AmsterdamJapanse onderzoekers ontdekken mogelijk verband tussen bepaalde vetzuren in navelstrengbloed en autisme. Professor Hideo Matsuzaki en zijn team aan de Universiteit van Fukui hebben het onderzoek geleid. Ze richtten zich op meervoudig onverzadigde vetzuren (PUFA) en de stoffen die deze produceren, welke worden beheerst door cytochroom P450 (CYP) enzymen.
Conclusies van het onderzoek:
- Hogere niveaus van het molecuul 11,12-diHETrE werden in verband gebracht met ernstigere problemen in sociale interacties.
- Lagere niveaus van 8,9-diHETrE stonden in verband met repetitief en beperkend gedrag.
- Deze verbanden waren specifieker voor meisjes.
Onderzoekers onderzochten de niveaus van bepaalde vetzuren in het bloed van de navelstreng bij 200 kinderen. De bloedmonsters werden bij de geboorte afgenomen. Later, toen de kinderen zes jaar oud waren, werden hun autistische symptomen en aanpassingsvermogen geëvalueerd. Uit de studie bleek dat hogere niveaus van een specifiek vetzuur genaamd 11,12-dihydroxyeicosatrienoïnezuur (diHETrE), afkomstig van arachidonzuur, sterk verband hielden met ernstigere autistische symptomen.
Prof. Matsuzaki legde uit dat CYP-metabolisme zowel ontstekingsremmende stoffen, genaamd epoxyvetzuren (EpFAs), als ontstekingsbevorderende stoffen, genaamd dihydroxyvetzuren (diolen), produceert. De studie suggereerde dat lagere niveaus van EpFAs en hogere niveaus van diolen tijdens de foetale periode mogelijk invloed kunnen hebben op ASD-symptomen en dagelijkse activiteiten moeilijker kunnen maken voor kinderen.
De studie is van groot belang omdat het een manier onthult om autisme vroegtijdig te voorspellen. Door de diHETrE-niveaus bij geboorte te controleren, kunnen artsen kinderen identificeren die risico lopen op autisme. Vroege opsporing is cruciaal omdat het artsen in staat stelt om sneller met behandelingen te beginnen, wat de levenskwaliteit van kinderen met autisme verbetert.
Uit het onderzoek blijkt dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes in hoe bepaalde vetten in het lichaam verband houden met autisme. De resultaten toonden aan dat deze vetproblemen vaker voorkwamen bij meisjes dan bij jongens. Dit suggereert dat geslacht invloed kan hebben op hoe deze vetten bijdragen aan de ontwikkeling van autisme.
De onderzoekers stelden voor om tijdens de zwangerschap de afbraak van diHETrE te blokkeren om autistische kenmerken te voorkomen. Maar er is meer onderzoek nodig voordat dit in de medische praktijk kan worden toegepast.
De studie benadrukt de noodzaak voor meer onderzoek naar de invloed van PUFAs op ASS. Eerder onderzoek met muizen suggereerde een verband, maar deze studie is een van de eerste die dit bij mensen onderzoekt.
Het onderzoek onthult een nieuwe methode om vroegtijdig ASS te diagnosticeren en mogelijk al voor de geboorte te behandelen. Het toont aan dat bepaalde chemische stoffen in het lichaam, zoals diHETrE, verband houden met ASS-symptomen. Dit vergroot ons begrip van autisme en kan helpen de impact ervan op kinderen te verminderen.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1111/pcn.13710en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Takaharu Hirai, Naoko Umeda, Taeko Harada, Akemi Okumura, Chikako Nakayasu, Takayo Ohto‐Nakanishi, Kenji J. Tsuchiya, Tomoko Nishimura, Hideo Matsuzaki. Arachidonic acid‐derived dihydroxy fatty acids in neonatal cord blood relate symptoms of autism spectrum disorders and social adaptive functioning: Hamamatsu Birth Cohort for Mothers and Children (HBC Study). Psychiatry and Clinical Neurosciences, 2024; DOI: 10.1111/pcn.13710Deel dit artikel