Onderwijsministerie onderzoekt tekortkomingen bij onderwijsinspectie
AmsterdamHet ministerie van Onderwijs laat een extern onderzoek uitvoeren naar de werkmethoden van de Inspectie voor het Onderwijs. Tussen 2014 en 2019 bezocht de inspectie veel minder basisscholen dan verwacht. Hoewel de afspraak was om elke school elke vier jaar te controleren, gebeurde dit niet volgens planning.
Belangrijke punten:
- Het aantal scholen dat fysiek werd bezocht, was niet duidelijk gerapporteerd in jaarverslagen.
- De inspectietop erkende dat er strenger gerapporteerd had moeten worden.
- Sinds 2021 is de focus verschoven naar risicogericht werken, wat niet periodiek is.
Kamerleden gaan ervan uit dat scholen nog steeds regelmatig bezocht worden. De inspecteur-generaal van de inspectie noemt dit een misverstand en stelt dat de inspectie al is gestopt met regelmatige bezoeken. In 2021 werd het vierjarige bezoek officieel beëindigd, met de belofte dat het aantal bezoeken nog steeds hoog zou blijven.
Ook voormalig minister Wiersma streefde naar behouden van het vierjarige bezoek. Dit leidde tot wrijving met de inspectietop. Wiersma beschouwt het onderwerp nu als afgesloten, maar gaf aan dat hij duidelijk wilde maken dat de inspectie regelmatig moest controleren. Het ministerie betreurt dat er een verkeerde verwachting is gewekt bij de Kamer over het aantal schoolbezoeken.
Deel dit artikel