Nieuw onderzoek onthult: denisovans bloeiden 160.000 jaar op het Tibetaanse Plateau

AmsterdamOnderzoekers ontdekten botten in een Tibetaanse grot, wat aantoont dat er een oude groep mensen lange tijd heeft gewoond. Deze mensen, bekend als de Denisovanen, leefden op het Tibetaanse plateau van ongeveer 200.000 tot 40.000 jaar geleden. De bevindingen werden gepubliceerd in een nieuwe studie in Nature.

Denisovanen leefden tegelijkertijd en op dezelfde plaatsen als Neanderthalers en vroege mensen. Toch zijn er slechts een paar botten van Denisovanen gevonden. We weten nog heel weinig over hen, inclusief de reden van hun verdwijning. Ze hebben zich vermengd met zowel Neanderthalers als vroege mensen.

Een onderzoeksteam van de Lanzhou Universiteit in China, de Universiteit van Kopenhagen in Denemarken, het Instituut voor Tibetaans Plateau Onderzoek in China en de Universiteit van Reading bestudeerde meer dan 2.500 botten uit de Baishiya Karst Grot op het Tibetaans Plateau.

Belangrijke ontdekkingen omvatten:

• Vondst van een nieuw fossiel van een Denisovan
• Bewijs dat Denisovans jaagden en dieren slachtten
• Gebruik van dierenbotten als materiaal voor gereedschappen
• Aanpassing aan grote hoogtes en wisselende klimaten, waaronder de ijstijd

Dr. Geoff Smith van de Universiteit van Reading droeg bij aan het onderzoek. Volgens hem biedt de studie nieuwe inzichten in het gedrag en de aanpassing van de Denisovans. Het team paste een nieuwe wetenschappelijke techniek toe, genaamd Zooarchaeology by Mass Spectrometry (ZooMS), om de botten te identificeren door de verschillen in botcollageen tussen dieren te onderzoeken.

Dr. Huan Xia van de Lanzhou Universiteit verklaarde dat ZooMS onderzoekers helpt om waardevolle informatie te verkrijgen uit kleine botfragmenten die vaak over het hoofd worden gezien. Ze ontdekten dat de meeste van deze botten afkomstig zijn van blauwe schapen, wilde jakken, paarden, de uitgestorven wolharige neushoorn, gevlekte hyena's, kleine dieren zoals marmotten en vogels.

Dr. Jian Wang van de Universiteit van Lanzhou ontdekte dat de Denisovanen in de grot leefden. Zij benutten alle dierlijke bronnen die beschikbaar waren. Uit analyse van de botten bleek dat zij zowel vlees als beenmerg consumeerden en gereedschappen van de botten maakten.

Een rib van een nieuwe Denisovan werd gevonden in een laag die gedateerd is tussen 48.000 en 32.000 jaar geleden, wat aantoont dat deze persoon leefde tijdens de verspreiding van moderne mensen over Eurazië. Denisovans overleefden twee koude periodes en een warmere periode tussen het Midden- en Late Pleistoceen.

Dr. Frido Welker van de Universiteit van Kopenhagen legde uit dat het Ganjia Basin, waar de Baishiya Karst Grot zich bevindt, een stabiele leefomgeving bood voor de Denisovanen ondanks de hoge ligging. Het onderzoek onderzoekt wanneer en waarom de Denisovanen van het Tibetaans Plateau zijn verdwenen. De nieuwe ontdekkingen geven ons meer inzicht in hoe Denisovanen zich gedroegen, zich aanpasten en leefden in hun omgeving.