Nieuw onderzoek: COVID-19 aangetroffen bij veel dieren in achtertuinen en parken in Virginia
AmsterdamWetenschappers van Virginia Tech hebben ontdekt dat het virus dat COVID-19 veroorzaakt, SARS-CoV-2, veel voorkomt in wilde dieren. Hun studie, gepubliceerd in Nature Communications, heeft het virus bij verschillende wilde dieren aangetoond. Dit onderzoek helpt ons te begrijpen hoe het virus zich onder dieren verspreidt.
Onderzoekers hebben SARS-CoV-2 ontdekt bij dieren zoals hertenmuizen, Virginia opossums, wasberen, bosmarmotten, oostelijke cottontail konijnen en oostelijke rode vleermuizen.
Antistoffen werden aangetroffen bij deze dieren, wat aantoont dat 40 tot 60 procent ervan aan het virus is blootgesteld. Dit betekent dat het virus aanzienlijk van mensen naar dieren is overgedragen. Bovendien toonde genetische analyse van het virus in deze dieren mutaties vergelijkbaar met die in menselijke varianten.
Uit onderzoek blijkt dat infecties voornamelijk voorkomen op drukke openbare locaties. Dit houdt in dat het virus zich voornamelijk van mensen naar dieren verspreidt waar veel mensen samenkomen. Zaken zoals afval, voedselresten en nabijheid van mensen kunnen bijdragen aan de verspreiding van het virus.
De resultaten van het onderzoek roepen belangrijke vragen op over hoe deze mutaties nieuwe problemen kunnen veroorzaken voor de ontwikkeling van vaccins. Dieren die het virus dragen kunnen zorgen voor de ontstaan van nieuwe varianten. Dit maakt het moeilijker om de verspreiding van het virus onder mensen te beheersen.
De onderzoekers melden dat er geen bewijs is dat het virus van dieren op mensen wordt overgedragen. Daarom vergroten normale interacties met wilde dieren momenteel niet het risico op COVID-19-besmetting. Toch is dringend meer toezicht en onderzoek noodzakelijk.
Virussen kunnen na verloop van tijd veranderen en zich aanpassen. Aangezien dieren nu drager zijn van SARS-CoV-2, bestaat er altijd een risico dat het virus zich zodanig wijzigt dat het schadelijk kan zijn voor mensen. Het is daarom belangrijk om bewakingsprogramma's uit te breiden naar meer gebieden en diersoorten om te begrijpen hoeveel wilde dieren worden blootgesteld.
Onderzoeken tonen aan dat de gezondheid van mensen en dieren nauw met elkaar verbonden is. Het controleren van wilde dieren op ziekten zoals COVID-19 is cruciaal om nieuwe varianten vroegtijdig op te sporen en te begrijpen hoe ziekten zich tussen verschillende soorten verspreiden. Ook is het noodzakelijk om te onderzoeken hoe omgevingsfactoren, inclusief menselijke activiteiten, bijdragen aan de verspreiding van het virus naar dieren.
Uit een onderzoek van Virginia Tech blijkt dat het tegengaan van de verspreiding van COVID-19 meer vereist dan alleen de aandacht op mensen. Het onderzoek roept op tot de inzet van dierenartsen, wildlifedeskundigen en ziektespecialisten. Het benadrukt dat de gezondheid van mensen, dieren en het milieu nauw met elkaar verbonden zijn.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1038/s41467-024-49891-wen de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Amanda R. Goldberg, Kate E. Langwig, Katherine L. Brown, Jeffrey M. Marano, Pallavi Rai, Kelsie M. King, Amanda K. Sharp, Alessandro Ceci, Christopher D. Kailing, Macy J. Kailing, Russell Briggs, Matthew G. Urbano, Clinton Roby, Anne M. Brown, James Weger-Lucarelli, Carla V. Finkielstein, Joseph R. Hoyt. Widespread exposure to SARS-CoV-2 in wildlife communities. Nature Communications, 2024; 15 (1) DOI: 10.1038/s41467-024-49891-wVandaag · 16:00
Weekendbeweging beschermt tegen meer dan 200 ziekten
Vandaag · 13:58
Dieren passen zich aan: onderzoek toont snelle gewenning
Deel dit artikel