Oud maïs-DNA onthult reis en evolutie van een essentiële mondiale gewas
AmsterdamOude DNA-sporen van maïs uit de Ozark-regio in Arkansas, die meer dan duizend jaar oud zijn, bieden nieuwe inzichten over de verspreiding en ontwikkeling van deze essentiële voedselgewas. Het genetisch materiaal van deze oude maïskolven en korrels toont aan dat ze nauw verwant zijn aan de hedendaagse Northern Flint-variëteiten, die stevig zijn en speciaal aangepast aan koude klimaten. Deze oude maïssoorten vormen de voorouders van de huidige wereldwijde maïsvariëteiten met grote commerciële betekenis.
Belangrijke informatie over de verspreiding van maïs vanuit Mexico naar Noord-Amerika komt uit dit onderzoek naar voren. Het toont aan dat maïs zich van het zuidwesten van de VS naar de Great Plains verplaatste. Een gen genaamd waxy1 speelde een sleutelrol in deze uitbreiding. Verschillende varianten van dit gen beïnvloeden hoe plakkerig en glad de maïs is, eigenschappen die nog steeds worden gewaardeerd in sommige traditionele gerechten. Het onderzoek wijst er ook op dat oude boeren, net zoals hedendaagse, zorgvuldig selecteerden op deze eigenschappen.
Dit onderzoek biedt een dieper inzicht in het onderwerp.
- De genetische evolutie van maïs en aanpassingseigenschappen.
- Mogelijke routes tijdens de verspreiding naar diverse geografische regio's.
- Kansen om verloren genetische diversiteit opnieuw te introduceren in moderne teelt.
Deze ontdekkingen tonen aan hoe geavanceerd de landbouw al 1.000 jaar geleden was. Boeren teelden niet alleen maïs in verschillende klimaten, maar ze zorgden er ook voor dat het lekkerder smaakte. Dit illustreert hun vaardigheid in het ontwikkelen van gewassen die goed konden gedijen in hun omgeving en tegelijkertijd smakelijk waren.
Moderne plantenveredelaars vinden het nuttig om inzicht te krijgen in de genetische details van planten. Deze kennis stelt hen in staat te begrijpen hoe lokale plantenrassen wereldwijd van betekenis zijn geworden voor de landbouw. Door de oorsprong ervan te bestuderen, kunnen wetenschappers nieuwe manieren ontdekken om gewassen te versterken tegen uitdagingen zoals klimaatverandering, die steeds vaker tot voedseltekorten leiden.
Uit onderzoek blijkt dat voor de introductie van maïs in het oosten van Noord-Amerika nieuwe variëteiten moesten worden ontwikkeld die goed konden groeien in verschillende lokale omstandigheden. Dit impliceert dat terwijl de maïs zich aanpaste, mensen ook nieuwe landbouwmethoden ontwikkelden, wat hun vermogen toont om effectief met natuurlijke veranderingen om te gaan en meer voedsel te produceren.
Inzicht in de genetische geschiedenis van maïs reikt verder dan het kennen van de oorsprong ervan. Het draagt bij aan de ontwikkeling van nieuwe ideeën en oplossingen die nodig zijn in een snel veranderende wereld waarin voedselzekerheid steeds belangrijker wordt.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1016/j.cell.2024.11.003en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Jazmín Ramos-Madrigal, Gayle J. Fritz, Bryon Schroeder, Bruce Smith, Fátima Sánchez-Barreiro, Christian Carøe, Anne Kathrine Wiborg Runge, Sarah Boer, Krista McGrath, Filipe G. Vieira, Shanlin Liu, Rute R. da Fonseca, Chunxue Guo, Guojie Zhang, Bent Petersen, Thomas Sicheritz-Pontén, Shyam Gopalakrishnan, M. Thomas P. Gilbert, Nathan Wales. The genomic origin of early maize in eastern North America. Cell, 2024; DOI: 10.1016/j.cell.2024.11.003Deel dit artikel