Nieuwe studie: te veel boeren? Mogelijk ligt het aan je dieet of gezondheid

AmsterdamBoeren is een normale lichaamsfunctie, maar als het te vaak gebeurt, kan het het dagelijks leven lastig maken. Ongeveer 1,5% van de volwassenen in Japan heeft last van boerstoornissen, wat hoger is dan het wereldwijde gemiddelde van ongeveer 1%. Een recent online onderzoek onder 10.000 Japanse volwassenen, geleid door Professor Yasuhiro Fujiwara en zijn team van de Graduate School of Medicine van Osaka Metropolitan University, biedt nieuwe inzichten in hoe vaak deze stoornissen voorkomen en wat de mogelijke oorzaken zijn in Japan.

Uit de enquête blijkt dat bepaalde leefstijlfactoren en medische aandoeningen sterk verbonden zijn met oprispingsstoornissen. De volgende factoren zijn daarbij specifiek aangegeven:

• Man zijn
• Alcoholconsumptie
• Gebruik van medicijnen tegen maagzuur
• Aanwezigheid van aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel
• Door eten tot een gevoel van overvolle maag
• Een zeer lage of zeer hoge kauwfrequentie

Uit het onderzoek blijkt dat het drinken van veel frisdrank niet sterk verbonden is met oprispingsproblemen. Dit staat haaks op de gangbare opvatting dat koolzuurhoudende dranken deze problemen veroorzaken.

Boerstoornissen zijn moeilijk te behandelen en slechts enkele medische centra behandelen ze. Daarom is het belangrijk om eenvoudige methoden te vinden om ze aan te pakken. Professor Fujiwara stelde voor dat het controleren van hoe je kauwt en wát je eet misschien kan helpen. Door deze factoren te beheersen, kunnen mensen hun symptomen mogelijk verminderen zonder speciale medische hulp nodig te hebben.

Uit onderzoek blijkt dat enkele aanpassingen in dagelijkse gewoontes kunnen helpen bij het verminderen van opboeren. Het kan bijvoorbeeld helpen om minder alcohol te drinken en niet te veel te eten. Daarnaast kan het zinvol zijn om goed en vaak te kauwen. Deze eenvoudige veranderingen kunnen verlichting bieden voor mensen met deze klacht.

Omdat er een gebrek is aan effectieve en toegankelijke behandelingen, kan het nuttig zijn om te focussen op preventie en kleine aanpassingen in de levensstijl om oprispingsstoornissen te beheersen. Uit het onderzoek blijkt dat verder onderzoek naar hoe voeding en elementaire gedragsveranderingen deze vaak verwaarloosde aandoening kunnen verbeteren, noodzakelijk is.

Professor Fujiwara's onderzoek benadrukt het belang van het begrijpen en beheersen van leefgewoonten om problemen met oprispingen te verlichten. Naarmate er meer onderzoek wordt gedaan, zouden nieuwe en betere behandelingen beschikbaar kunnen komen. Voor nu kunnen mensen zich beter voelen door zorgvuldig te eten en kleine veranderingen in hun dagelijkse routine aan te brengen.