Nieuw onderzoek toont aan: behandelingseffecten beter voorspeld met echte patiëntgegevens dan met klinische proeven
AmsterdamOnderzoekers hebben een nieuwe methode getest om de effectiviteit van behandelingen te beoordelen door gebruik te maken van gegevens van echte patiënten in plaats van traditionele klinische proeven. Ze hebben twee bloedverdunners, apixaban en warfarin, vergeleken om te bepalen welke beter is in het voorkomen van beroertes bij patiënten met niet-valvulaire atriale fibrillatie. Het onderzoek werd geleid door Emma Maud Powell van de London School of Hygiene and Tropical Medicine in het Verenigd Koninkrijk en maakte gebruik van gezondheidsgegevens die regelmatig van Britse patiënten worden verzameld.
Het onderzoek maakte gebruik van een methode genaamd "reference-trial informed design" om de omstandigheden van een eerder gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCT) te evenaren, waarin twee medicijnen werden vergeleken. Het doel was om de patiëntenselectie, inclusiecriteria en analyse te laten aansluiten op het oorspronkelijke RCT. Hoewel gegevens uit de praktijk vergelijkbare resultaten voor beide medicijnen toonden, concludeerde de nieuwe studie niet dat apixaban beter was dan warfarine, wat afweek van de bevindingen van het oorspronkelijke onderzoek.
Belangrijke bevindingen uit het onderzoek zijn:
- Patiënten die apixaban gebruikten hadden vergelijkbare resultaten als degenen op warfarine.
- De verschillen in resultaten kunnen te wijten zijn aan de kwaliteit van warfarinebeheer en apixaban dosering.
- Verschillen in etniciteit van patiënten en gelijktijdig gebruik van andere medicijnen zouden de uitkomsten kunnen beïnvloeden.
Deze bevindingen wijzen op belangrijke verschillen tussen experimentele settings en situaties in het echte leven. Gegevens uit het dagelijks leven omvatten vaak een bredere en gevarieerdere groep patiënten, zoals ouderen en mensen met meerdere gezondheidsproblemen, die meestal niet deelnemen aan klinische onderzoeken. Deze diversiteit kan de effectiviteit en veiligheid van behandelingen op manieren beïnvloeden die gecontroleerde studies mogelijk niet laten zien.
De verschillen tussen de resultaten van RCT's en gegevens uit de praktijk benadrukken de problemen met het toepassen van proefresultaten op de gehele populatie. Betere controle van warfarine dosering in reguliere medische omgevingen kan deze verschillen verklaren. Daarnaast kunnen factoren zoals de therapietrouw van de patiënt en doseringspraktijken in de echte wereld een belangrijke invloed hebben.
Door gebruik te maken van het referentieproef-geïnformeerde ontwerpkader met praktijkgegevens, kunnen we hiaten in klinisch onderzoek vullen. Dit vergroot ons begrip van hoe medicijnen buiten gecontroleerde omgevingen werken. Deze benadering is een krachtig middel om de resultaten van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken te valideren en aan te vullen, en om de effectiviteit van behandelingen bij grotere patiëntengroepen te bestuderen.
De gebruikte methode in het onderzoek kan aangepast worden om verschillende gezondheidsproblemen en medicijnen te bestuderen. Dit kan helpen om gezondheidszorgonderzoek inclusiever en representatiever te maken. Door deze methode toe te passen, kunnen we betere gezondheidszorgbeleidslijnen en praktijken ontwikkelen die ervoor zorgen dat behandelingen veilig en effectief zijn voor alle soorten patiënten.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1371/journal.pmed.1004377en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Emma Maud Powell, Usha Gungabissoon, John Tazare, Liam Smeeth, Paris J. Baptiste, Turki M. Bin Hammad, Angel Y. S. Wong, Ian J. Douglas, Kevin Wing. Comparison of oral anticoagulants for stroke prevention in atrial fibrillation using the UK clinical practice research Datalink Aurum: A reference trial (ARISTOTLE) emulation study. PLOS Medicine, 2024; 21 (8): e1004377 DOI: 10.1371/journal.pmed.1004377Deel dit artikel