Neolithische vaklieden in Pyreneeën gebruikten strategisch dierlijke botten bij gereedschapsproductie 7.000 jaar geleden
AmsterdamEen studie wijst uit dat Neolithische groepen 7.000 jaar geleden in Coro Trasito, in de Pyreneeën, specifieke dierenbeenderen verkozen om werktuigen te maken. Onderzoekers van UAB en CSIC ontdekten dit met behulp van nieuwe methoden. Ze vonden dat hertbeenderen werden gebruikt voor pijlpunten, terwijl schapen- en geitenbeenderen werden benut voor andere gereedschappen.
Belangrijke bevindingen zijn:
- Het gebruik van hertengebeente voor pijlpunten.
- De selectie van schapen- en geitenbotten voor landbouwgereedschap.
- Een gelijke verdeling in het gebruik van herten-, schapen- en geitenbotten.
Het onderzoek is van belang omdat het drie verschillende methoden gebruikte: het bestuderen van dierlijke resten, het onderzoeken van gereedschapssporen en het analyseren van oude eiwitten. Volgens Maria Saña van de UAB leverden deze methoden nieuwe informatie op die oudere technieken niet hadden opgevangen. Deze gecombineerde benadering was nog nooit eerder toegepast op Neolithische vindplaatsen.
Jakob Hansen, de hoofdauteur van het onderzoek, gaf aan dat het verkrijgen van hertbotten moeilijker was dan het bemachtigen van botten van boerderijdieren. Dit suggereert dat herten waarschijnlijk belangrijker waren. Het grote aantal gereedschappen gemaakt van hertbotten in vergelijking met het beperkte aantal hertbotten in onaangeroerde gebieden ondersteunt deze theorie.
Het onderzoek betrof een samenwerking van teams van verschillende instellingen:
- EarlyFoods groep, UAB-afdeling Prehistorie
- ICTA-UAB
- GAAM, UAB en IMF-CSIC
- Algemene Raad van Aragón
- Universiteit van Kopenhagen
De EarlyFoods-groep onderzocht binnen het ChemArch-project waarom bepaalde dieren werden gekozen om gereedschappen van te maken en hoe deze gereedschappen werden gebruikt. Ignacio Clemente van GAAM benadrukte dat dit de eerste studie was die de dieren wetenschappelijk identificeerde, wat wijst op een zorgvuldige keuze bij het selecteren ervan.
Deze studie benadrukt de zorgvuldige planning en culturele praktijken van de mensen uit het Neolithicum. Ze kozen voor hertengebeente om wapens mee te maken, wat mogelijk een speciale betekenis had of een hogere status in hun samenleving aangaf. Deze keuze toont aan dat ze de eigenschappen van materialen goed begrepen en niet alleen gebruik maakten van wat gemakkelijk beschikbaar was.
Toepassen van nieuwe methoden bevordert toekomstig onderzoek. Door de combinatie van archeozoölogie, gebruikssporenanalyse en paleoproteomische technieken kunnen we meer leren over oude samenlevingen. Dit benadrukt het belang van deze studie voor toekomstig archeologisch onderzoek.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1371/journal.pone.0306448en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Jakob Hansen, Alejandro Sierra, Sergi Mata, Ermengol Gassiot Ballbè, Javier Rey Lanaspa, Frido Welker, Maria Saña Seguí, Ignacio Clemente Conte. Combining traceological analysis and ZooMS on Early Neolithic bone artefacts from the cave of Coro Trasito, NE Iberian Peninsula: Cervidae used equally to Caprinae. PLOS ONE, 2024; 19 (7): e0306448 DOI: 10.1371/journal.pone.0306448Gisteren · 20:14
Planten als biofabrieken voor energierijke supplementen
Gisteren · 18:11
Doorbraak in malariaonderzoek: nieuwe middelen tegen parasieten
Deel dit artikel