Bloedtest kan vroegtijdige cognitieve achteruitgang voorspellen: PlGF als betrouwbare marker ontdekt
AmsterdamOnderzoekers aan de UCLA hebben een nieuwe methode ontwikkeld om vroege tekenen van cognitieve achteruitgang te detecteren met behulp van een bloedtest. Ze ontdekten dat een stof in het bloed, genaamd placentale groeifactor (PlGF), vroege veranderingen kan aangeven die mogelijk tot cognitieve problemen en dementie leiden. Deze nieuwe bloedtest kan een goedkopere manier zijn om mensen eerder te diagnosticeren dan de huidige standaardmethoden, die vaak dure MRI-scans gebruiken.
Belangrijke punten van dit onderzoek zijn onder meer:
- Plasma PlGF-niveaus in het bloed kunnen verband houden met veranderingen in de bloedvaten van de hersenen.
- Een verhoogd PlGF-gehalte kan leiden tot een grotere doorlaatbaarheid van de bloedvaten en ophoping van vocht.
- Dit kan resulteren in witte stof hyperintensiteiten en cognitieve achteruitgang.
- Een eenvoudige bloedtest kan gebruikt worden om patiënten met een risico op vaataandoeningen in de hersenen te screenen.
Onderzoekers van UCLA hebben een studie uitgevoerd onder mensen van 55 jaar en ouder uit diverse raciale en etnische groepen, met verschillende niveaus van cognitieve achteruitgang. Hun doel is aan te tonen dat PlGF een nuttige marker is voor het identificeren van cerebrale kleine vatenziekte, die een belangrijke rol speelt bij cognitieve achteruitgang.
Huidige MRI-technieken ontdekken tekenen van hersenschade in gevorderde stadia, zoals witte stof hyperintensiteiten (WMH). De onderzoekers suggereren echter dat PlGF problemen mogelijk veel eerder kan opsporen. Vroege identificatie hiervan kan ertoe leiden dat tijdig maatregelen worden genomen om geheugen- en denkproblemen te voorkomen of te vertragen door middel van levensstijlveranderingen of bestaande behandelingen.
Als PlGF een betrouwbare indicator is, kan dit een revolutie betekenen in de manier waarop we cognitieve stoornissen en dementie controleren en volgen. Een bloedtest voor PlGF zou eenvoudiger en goedkoper zijn dan MRI-scans, wat voordelig zou zijn voor patiënten, artsen en onderzoekers. Dit hulpmiddel zou ook nuttig zijn voor het selecteren van deelnemers aan klinische onderzoeken naar de invloed van problemen met bloedvaten op cognitieve stoornissen.
Er is meer onderzoek nodig om te begrijpen hoe PlGF, vochtophoping, witte stof afwijkingen (WMH) en cognitieve vermogens in de loop van de tijd samenhangen. Als we hierin slagen, kan deze methode helpen om jongere mensen te identificeren die het meest zouden profiteren van vroege behandelingen.
Deze bevindingen raken meer dan alleen zorgverleners. Ze benadrukken de noodzaak voor meer onderzoek en betere volksgezondheidsstrategieën voor vergrijzende bevolkingen. Terwijl wetenschappers onderzoeken hoe problemen met bloedvaten samenhangen met mentale achteruitgang, vormt deze studie een belangrijke stap richting oplossingen die gezondheidsproblemen voorkomen voordat ze ontstaan.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1002/alz.14408en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Kyle C. Kern, Manu Vohra, Marissa L. Thirion, Danny J. J. Wang, Donna M. Wilcock, Jeffrey F. Thompson, Gary A. Rosenberg, Abhay Sagare, Abhay Moghekar, Hanzhang Lu, Tiffany Lee, Fanny M. Elahi, Claudia L. Satizabal, Russell Tracy, Sudha Seshadri, Kristin Schwab, Karl Helmer, Herpreet Singh, Pia Kivisäkk, Steven M. Greenberg, Keith Vossel, Joel H. Kramer, Pauline Maillard, Charles S. DeCarli, Jason D. Hinman. White matter free water mediates the associations between placental growth factor, white matter hyperintensities, and cognitive status. Alzheimer's & Dementia, 2024; DOI: 10.1002/alz.14408Deel dit artikel