VS legt sancties op: spywarebedrijf bespiedt dissidenten en journalisten

AmsterdamDe Verenigde Staten hebben sancties opgelegd aan Intellexa, een bedrijf dat spyware produceert voor het heimelijk volgen van dissidenten en journalisten. Deze sancties benadrukken dat de Amerikaanse overheid sterk gekant is tegen het misbruik van technologie die de nationale veiligheid, privacy en burgerlijke vrijheden in gevaar brengt. Bradley T. Smith, plaatsvervangend staatssecretaris van Financiën voor Terrorisme en Inlichtingen, verklaarde dat de natie een nultolerantiebeleid hanteert voor dit soort activiteiten.

Intellexa, een bedrijf opgericht in 2019 door voormalig Israëlisch militair officier Tal Dilian, ligt onder vuur door verschillende overheden vanwege het misbruik van hun spyware-tools, met name het "Predator"-programma. Dit programma kan heimelijk toegang krijgen tot camera's, microfoons en data op geïnfecteerde apparaten. De impact reikt verder dan de VS en treft ook Europa. Prominente politieke figuren zoals Roberta Metsola, voorzitter van het Europees Parlement, en Tsai Ing-Wen, president van Taiwan, werden doelwitten, net als Amerikaanse politici zoals afgevaardigde Michael McCaul uit Texas en senator John Hoeven uit North Dakota.

Eerder dit jaar heeft de regering-Biden meerdere dochterondernemingen van Intellexa en twee van haar werknemers gesanctioneerd. Het Ministerie van Handel heeft daarnaast Intellexa en een van haar dochterondernemingen op de zwarte lijst gezet, waardoor hun toegang tot Amerikaanse technologie werd beperkt. Senior posities binnen Intellexa werden bekleed door de nieuw gesanctioneerde individuen, wat vragen oproept over de bedrijfsvoering en ethische normen van het bedrijf. Bovendien werd de Aliada Group, een dochteronderneming gevestigd op de Britse Maagdeneilanden, gesanctioneerd vanwege het helpen bij financiële transacties ter waarde van tientallen miljoenen dollars voor Intellexa.

De sancties van de Amerikaanse regering verbieden personen en organisaties om zaken te doen of financiële transacties uit te voeren met Amerikaanse bedrijven. Daarnaast kunnen ze geen gebruik maken van Amerikaanse banken, waardoor ze worden afgesloten van het wereldwijde financiële systeem.

Bedrijven die spyware ontwikkelen, worden zwaar gestraft door deze sancties. Dit onderstreept dat er strenge straffen zijn voor het helpen van overheden of organisaties bij het bespioneren van individuen en politieke leiders. Techbedrijven zullen waarschijnlijk meer hun best doen om de regels te volgen en technologie verantwoord te gebruiken. Het benadrukt ook het belang van internationale samenwerking om het misbruik van deze krachtige surveillance-instrumenten te voorkomen.

De opkomst van technologie-gebaseerde surveillance vormt een bedreiging voor democratie en vrijheid. Amerikaanse sancties zijn krachtige maatregelen, niet alleen om te straffen, maar ook om anderen te waarschuwen tegen soortgelijke acties. Internationale groepen en mensenrechtenorganisaties moeten waakzaam blijven en aandringen op betere mondiale regels voor digitale surveillance. Deze situatie benadrukt de noodzaak voor strenge cyberwetten en striktere handhaving om individuele rechten en privacy in het digitale tijdperk te beschermen. Het is een signaal voor de tech-industrie en regelgevers wereldwijd om op te treden tegen hen die technologie misbruiken voor verkeerde doeleinden.