Fruitstukjes in yoghurt? Nee, dank je: waarom zesjarigen gladde voeding verkiezen

AmsterdamUit een onderzoek van de Universiteit van Kopenhagen blijkt dat zesjarigen meestal geen eten met stukjes lekker vinden. Onderzoekers vroegen 485 kinderen van vijf tot twaalf jaar om te kiezen tussen zes verschillende voedingsmiddelen met klonten, zaadjes of stukjes fruit en voedingsmiddelen zonder. Deze voedingsmiddelen omvatten:

• Brood
• Sinaasappelsap
• Pindakaas
• Aardbeienjam
• Yoghurt
• Tomatensoep

In het onderzoek bekeken kinderen afbeeldingen van voedsel met en zonder klontjes. Daarna kozen ze welke variant ze lekkerder vonden. Uit de resultaten bleek dat 76% van de zesjarigen de voorkeur gaf aan glad voedsel. Dit was het hoogste percentage van alle leeftijdsgroepen.

Dr. Ching Yue Chow, de hoofdauteur, stelt dat veel mensen weten dat kinderen niet van stukjes in hun eten houden. Dit onderzoek is het eerste dat deze afkeer specifiek bij zesjarigen aantoont. Voor nauwkeurige resultaten werden echte voedingsmiddelen gebruikt.

Een reden waarom kinderen soms geen nieuwe voedingsmiddelen willen proberen, is wat ze voedselneofobie noemen. Chow legt uit dat dit de angst voor onbekend of vreemd voedsel is. Deze angst beschermt kinderen tegen het eten van potentiële schadelijke dingen. Deze angst is het sterkst rond de leeftijd van zes of zeven jaar, wat verklaart waarom kinderen van die leeftijd vaak heel voorzichtig zijn met het uitproberen van nieuwe voedingsmiddelen of het eten van gerechten met stukjes erin.

De studie onderzocht of de grootte van voedselstukken van belang was. Het bleek dat kinderen verschillende maten in hun mond konden waarnemen. Wat echter echt van belang voor hen was, was of er überhaupt voedselstukken aanwezig waren of niet.

Kinderen tussen zeven en twaalf jaar beginnen meer van eten met stukjes te houden. Dr. Chow merkt op dat kinderen naarmate ze ouder worden, meer naar hun vrienden luisteren en nieuwsgierig zijn naar nieuwe voedingsmiddelen. Ook willen ze een breder scala aan eten proberen.

Het introduceren van nieuwe voedingsmiddelen bij kinderen kan uitdagend zijn. Chow adviseert om nieuwe gerechten tot wel vijftien keer aan te bieden zodat kinderen eraan kunnen wennen. Het idee is om het nieuwe voedsel te serveren samen met iets dat ze al kennen. Door vaak nieuwe gerechten te proberen, worden kinderen ontvankelijker voor het proeven van verschillende maaltijden.

Chow raadt af om beloningen of druk te gebruiken om kinderen bepaald voedsel te laten eten. Zo werkt het geven van ijs als beloning voor het eten van broccoli slechts tijdelijk. Zodra de beloning wegvalt, kan het kind stoppen met het verlangen naar gezond eten. Een kind dwingen om te eten kan ook averechts werken en hun bereidheid om nieuwe voedingsmiddelen te proberen verminderen.

De resultaten van dit onderzoek kunnen ouders en de voedingsindustrie helpen te begrijpen welke voedingsmiddelen kinderen lekker vinden. Het is cruciaal om rekening te houden met de gevoelens van kinderen bij het serveren van eten of het ontwikkelen van nieuwe producten. Deze kennis kan ervoor zorgen dat kinderen kieskeuriger worden over wat ze eten.

Onderzoekers van het Future Consumer Lab van de Universiteit van Kopenhagen en het CASS Food Research Centre van Deakin University hebben 485 Australische kinderen van 5-12 jaar bestudeerd. De studie werd gefinancierd door het Innovatiefonds Denemarken en Arla Foods.