Genetische doorbraak: hoe één gen samenwerking bij bijen mogelijk maakt
AmsterdamWetenschappers hebben ontdekt dat het sociale gedrag van honingbijen wordt beïnvloed door hun genen, met name het doublesex (dsx) gen. Onderzoekers van de Heinrich Heine Universiteit Düsseldorf, samen met teams uit Frankfurt, Oxford en Würzburg, maakten gebruik van CRISPR/Cas9-technologie om dit gen te bestuderen. Ze concludeerden dat het dsx-gen essentieel is voor de rolverdeling en interacties van werkbijen binnen de kolonie.
Het bestuderen van de genen die gedrag bij dieren zoals honingbijen beïnvloeden, helpt wetenschappers beter te begrijpen hoe sommige dieren in groepen samenleven en samenwerken. Dit onderzoek biedt niet alleen meer inzicht in het leven van bijen, maar onthult ook algemene inzichten in hoe genen gedrag sturen. Belangrijke onderdelen van deze studie zijn:
Genen en Gedrag: Inzichten uit het Bijenrijk
- Het gebruik van CRISPR/Cas9 om het dsx-gen bij bijen aan te passen.
- Het volgen van gedragsveranderingen bij bijen met behulp van QR-codes en AI-ondersteunde videoanalyse.
- Het onderzoeken van de rol van dsx bij de ontwikkeling van neurale netwerken die gedrag sturen.
Onderzoekers hebben het dsx-gen van bijen veranderd en opmerkelijke veranderingen geconstateerd in hun taken, zoals voedsel zoeken en de zorg voor jongen. Deze taken worden eerder genetisch bepaald dan aangeleerd uit de omgeving. Dit resultaat werpt nieuw licht op het idee dat sociale gedragingen voornamelijk worden geleerd en wijst erop dat ze sterker in de genen verankerd zijn.
Deze bevindingen zijn niet alleen van belang voor honingbijen. Inzicht in hoe genen gedrag beïnvloeden, kan bijdragen aan strategieën om verschillende soorten te beschermen. Als wetenschappers belangrijke genen zoals het dsx-gen ontdekken, kunnen ze wellicht beter voorkomen dat kolonies instorten, een groot probleem voor bijenpopulaties wereldwijd.
Inzicht in het dsx-gen roept boeiende vragen op over hoe sociale gedragingen zich hebben ontwikkeld in verschillende soorten. Deze kennis kan ons wellicht helpen landbouwmethoden te verbeteren. Als we het gedrag van bestuivers aan hun genen kunnen linken, kunnen we deze informatie mogelijk gebruiken om hun bestuivingsefficiëntie te verhogen en de gewasproductie te verbeteren.
Toekomstig onderzoek richt zich op het uitbreiden van deze bevindingen van individuele bijen naar hele kolonies. Het doel is te doorgronden hoe de genen van elke bij bijdragen aan de soepele werking van de hele bijenkorf. Dit kan aanvullende inzichten verschaffen in hoe complexe sociale systemen functioneren, waarbij wordt belicht hoe genetische factoren groepsgedrag beïnvloeden.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1126/sciadv.adp3953en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Vivien Sommer, Jana Seiler, Alina Sturm, Sven Köhnen, Anna Wagner, Christina Blut, Wolfgang Rössler, Stephen F. Goodwin, Bernd Grünewald, Martin Beye. Dedicated developmental programing for group-supporting behaviors in eusocial honeybees. Science Advances, 2024; 10 (44) DOI: 10.1126/sciadv.adp3953Deel dit artikel