Misbruik EU-fondsen: vluchtelingenrechten geschonden in Libanon en Cyprus

AmsterdamLibanon en Cyprus krijgen kritiek vanwege vermeende mensenrechtenschendingen tegen Syrische vluchtelingen. Deze beschuldigingen wijzen op ernstige problemen in de behandeling van asielzoekers en het gebruik van EU-gelden voor grensbewaking. Libanon, dat sinds 2019 in een financiële crisis verkeert, huisvest ongeveer 775.000 geregistreerde Syrische vluchtelingen en nog veel meer ongeregistreerde, wat het land met het hoogste aantal vluchtelingen per hoofd van de bevolking ter wereld maakt.

Libanese politieke leiders hebben westerse landen gevraagd om ofwel vluchtelingen op te nemen, of hen terug te sturen naar Syrië, al dan niet vrijwillig. Libanon heeft een overeenkomst met Cyprus om mensensmokkel te stoppen en heeft veel geld ontvangen van de EU voor grensbeheer. Human Rights Watch (HRW) ontdekte dat vluchtelingen die door het Libanese leger werden onderschept terwijl ze probeerden Cyprus per boot te bereiken, soms naar de grens tussen Libanon en Syrië werden gebracht en aan de Syrische kant werden achtergelaten. Een aantal van deze mensen werd later vastgehouden door het Syrische leger, terwijl anderen smokkelaars moesten betalen om terug te keren naar Libanon.

Cyprus ligt onder vuur vanwege de manier waarop het Syrische asielzoekers behandelt. Het land stopte in april met het verwerken van aanvragen van Syrische asielzoekers. HRW beschuldigde de Cypriotische autoriteiten ervan boten met asielzoekers uit Libanon met geweld te hebben teruggestuurd. Dit omvatte het verhinderen van vluchtelingen om aan land te gaan, hen bij aankomst vast te houden en hen vervolgens terug te sturen naar Libanon, waar ze het risico liepen gedeporteerd te worden naar Syrië.

Belangrijke beschuldigingen omvatten:

• Gedwongen terugsturen van boten met asielzoekers uit Libanon
• Vastzetten en terugsturen van asielzoekers zonder hen de kans te geven asiel aan te vragen
• Buitensporig geweld tijdens arrestaties en detentie door zowel Libanese als Cypriotische autoriteiten

De Europese Unie heeft Libanon tussen 2020 en 2023 ongeveer 16,7 miljoen euro verstrekt voor grensbeheer om illegale immigratie te bestrijden. In augustus voegde de EU hier nog eens 32 miljoen euro aan toe om deze projecten voort te zetten tot 2025. Echter, er zijn zorgen over de besteding van dit geld door recente beschuldigingen van mensenrechtenschendingen.

De acties van Libanon en Cyprus roepen belangrijke vragen op over het gebruik van EU-fondsen en de behandeling van kwetsbare mensen. De aanhoudende Syrische burgeroorlog en migratiekwesties maken de situatie complexer. Libanon's oproep voor westerse hulp benadrukt de uitdagingen waarmee grenslanden te maken hebben bij het opvangen van grote aantallen vluchtelingen. Tegelijkertijd illustreert de positie van Cyprus als klein land met veel migranten de bredere problemen waarmee EU-grenslanden te maken hebben.

Libanon en Cyprus moeten deze mensenrechtenkwesties aanpakken om ervoor te zorgen dat vluchtelingen beschermd worden volgens het internationaal recht. De EU en haar lidstaten moeten toezicht houden op het gebruik van fondsen om misbruik te voorkomen. Transparantie en verantwoordelijkheid zijn essentieel bij het aanpakken van migratieproblemen, aangezien fouten ernstige gevolgen kunnen hebben voor mensenlevens.