Chemotherapie verandert darmmicrobioom en cognitieve functie bij borstkankerpatiënten, onderzoek van The Ohio State University

AmsterdamOnderzoek van de Ohio State University Wexner Medical Center en College of Medicine heeft aangetoond dat chemotherapie de darmbacteriën van borstkankerpatiënten beïnvloedt, wat vervolgens hun denkvermogen schaadt. Leah Pyter, universitair hoofddocent psychiatrie en neurowetenschappen, leidde het onderzoek.

De Intelligut-studie is gepubliceerd in het tijdschrift Brain, Behavior, and Immunity en onthult baanbrekende bevindingen.

• Door chemotherapie raakt het microbioom verstoord en ontstaan er ontstekingen.
• Deze verstoring van het microbioom hangt samen met cognitieve achteruitgang.
• Patiënten met cognitieve beperkingen vertonen unieke microbiële veranderingen veroorzaakt door chemotherapie.

Onderzoekers verzamelden ontlastingsmonsters, bloed en cognitieve gegevens van 77 borstkankerpatiënten voorafgaand aan, tijdens en na chemotherapie. Ze wilden onderzoeken of veranderingen in het darmmicrobioom door chemotherapie verband hielden met cognitieve achteruitgang en toegenomen ontstekingen in het bloed.

Patiënten die chemotherapie ondergingen en een afname in mentale capaciteiten ervoeren, hadden volgens Pyter ook minder diversiteit in hun darmbacteriën. Pyter is verbonden aan het Institute for Behavioral Medicine Research van Ohio State en maakt deel uit van het Cancer Control Research Program van het Ohio State University Comprehensive Cancer Center.

Lees ook:

Vandaag · 07:29

AR-brillen: innovatie voor bredere toepassingen verkennen

Het onderzoek bouwt voort op het eerdere werk van Pyter met muizen. Vorige studies toonden aan dat veranderingen in de darmbacteriën veroorzaakt door chemotherapie leiden tot veranderingen in de hersenen en gedragsbijwerkingen. Deze nieuwe studie bevestigt dat er ook bij mensen een verband is tussen darmbacteriën en cognitieve prestaties.

Chemotherapie kent veel bijwerkingen die de levenskwaliteit kunnen verminderen. Soms worden deze bijwerkingen genegeerd omdat ze als noodzakelijk onderdeel van de behandeling worden beschouwd. Pyter merkte op dat interventies gericht op het darmmicrobioom, zoals fecale microbiële transplantatie, kunnen helpen bij het verbeteren van de gedragsmatige bijwerkingen van chemotherapie.

Onderzoekers van de Ohio State University hebben samen met het Nationwide Children's Hospital aan deze studie gewerkt. Deels werd dit onderzoek gefinancierd door een subsidie van de National Institutes of Health en door geld van het Ohio State Wexner Medical Center.