Vrees voor bevalling verkort borstvoedingsduur, aldus onderzoek

AmsterdamAngst voor zwangerschap verkort borstvoedingsperiode

Een onderzoek uit Finland toonde aan dat angst voor de bevalling samenhangt met kortere borstvoedingsperioden. Onderzoekers analyseerden gegevens van de Kuopio Birth Cohort-studie, verzameld tussen 2013 en 2020, om te onderzoeken hoe factoren rond de bevalling het geven van borstvoeding in het eerste jaar beïnvloeden. Ze ontdekten dat moeders die bang waren voor de bevalling, ongeacht de wijze van bevalling, vaak korter borstvoeding gaven dan wat aanbevolen wordt.

Angst voor de bevalling kan het zelfvertrouwen van een moeder aantasten en het begin van borstvoeding bemoeilijken. Dit geldt vooral voor jonge moeders, zij die hun eerste kind krijgen of vrouwen met minder opleiding. Zorgen over de bevalling kunnen het borstvoedingsproces verstoren en ertoe leiden dat men eerder stopt met borstvoeden.

Borstangst en Vroege Borstvoedingsstop

Lees ook:

Vandaag · 11:34

Cannabisgebruik verslechtert hersenconnectiviteit bij jonge volwassenen met risico op psychose, toont McGill-studie aan

Moeders die bevallingsangst ervaren, stoppen driemaal vaker vroegtijdig met borstvoeding geven. Hoewel 98% van de deelnemers in de eerste week met borstvoeding begon, zette 75% het zes maanden of langer voort. Vroege stop van borstvoeding werd beïnvloed door factoren zoals tweelingzwangerschap, overgewicht bij de moeder, hoge bloeddruk en roken.

Meer moeders kiezen ervoor om langer borstvoeding te geven, waarbij het percentage is gestegen van 71% naar 85% gedurende de onderzochte jaren. Deze groei is waarschijnlijk te danken aan een beter begrip van de voordelen van borstvoeding en verbeterde ondersteuningssystemen. Door moeders te informeren over het belang van borstvoeding en extra hulp te bieden aan degenen die dat nodig hebben, kunnen deze percentages verder stijgen.

Zorgverleners spelen een essentiële rol bij het ondersteunen van moeders bij het verlengen van de periode waarin ze borstvoeding geven. Ze kunnen helpen door specifieke ondersteuning te bieden, zoals het wegnemen van angsten en het aanleren van borstvoedingstechnieken. Door continue educatie en geruststelling kunnen ze bijdragen aan het verminderen van onzekerheden, het versterken van het zelfvertrouwen van moeders, en hen aanmoedigen om langer borstvoeding te geven.

Dit onderzoek onderstreept het belang van het integreren van psychologische aspecten in de prenatale zorg. Het legt de nadruk op de noodzaak van ondersteuningssystemen die zowel deskundigen op het gebied van geestelijke gezondheid als lactatiekundigen voor moeders omvatten. Aangezien borstvoeding zowel het kind als de moeder ten goede komt, kan het aanpakken van uitdagingen zoals angst voor de bevalling aanzienlijke gezondheidsvoordelen opleveren. Het aanbieden van deze vorm van ondersteuning kan leiden tot een gezondere start voor zowel moeders als hun baby's.