Nieuw onderzoek: Ongelijkheid tussen stroomopwaartse en stroomafwaartse landen bij gedeelde rivierbekkens
AmsterdamOnderzoek van de Griffith University benadrukt de ongelijkheid tussen landen die een waterbron delen. Dr. Caitlin Kuempel en Dr. Andres Felipe Suarez-Castro van het Australian Rivers Institute leidden het onderzoek. Zij ontdekten dat sediment uit het ene land de benedenstroomse buren kan beïnvloeden.
Onderzoekers hebben stroomgebieden bestudeerd die over de grenzen van verschillende landen heen strekken. Hier zijn enkele belangrijke ontdekkingen die zij hebben gedaan:
Er zijn wereldwijd ongeveer 1.050 stroomgebieden die landsgrenzen overschrijden. Meer dan 85% van de landen (193 van de 226) heeft minstens één grensoverschrijdend stroomgebied. In meer dan 25% van de landen (58) zijn alle stroomgebieden grensoverschrijdend.
Stroomgebieden die landsgrenzen overschrijden, hebben vaak gezamenlijke problemen met hulpbronnen. Vraagstukken zoals slechte waterkwaliteit en het verlies van biodiversiteit raken iedereen, niet slechts één land. Daarom is nauwere samenwerking tussen landen noodzakelijk.
Sedimentexport is een probleem. In 112 stroomgebieden komt meer dan 70% van de sedimenten uit een ander land dan waar ze worden afgezet. Dit betekent dat stroomopwaartse landen vaak sediment veroorzaken dat gevolgen heeft voor stroomafwaartse landen.
Het onderzoeksteam ontdekte dat sediment uit 117 stroomgebieden kustgebieden kan bereiken en daarbij grenzen zoals Exclusieve Economische Zones (EEZ) kan overschrijden. In 118 landen met afvloeiing van land naar zee kwam meer dan 10% van het sediment van kustpunten in de EEZ van een ander land terecht.
Dr. Suarez-Castro vertelde dat meer dan 500 miljoen ton (36%) sediment dat in kustwateren wordt vrijgelaten, zich over de zeegebieden van verschillende landen verplaatst. Dit laat zien dat het landgebruik van een land invloed kan hebben op de buurlanden.
Uit de studie blijkt dat internationale natuurbeschermingsovereenkomsten alleen effectief kunnen zijn als landen samenwerken en communiceren met elkaar. Overheden en organisaties moeten de krachten bundelen om gezamenlijke middelen goed te beheren.
De onderzoekers geloven dat het Global Biodiversity Framework van Kunming en Montreal ondersteuning en aanmoediging kan bieden voor oplossingen van deze problemen. Ze denken ook dat het duidelijke natuurbeschermingsdoelen kan stellen om acties te motiveren en te financieren.
Het GBF zou moeten samenwerken met de VN Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling 6.5 om rapportage over grensoverschrijdende indicatoren te bevorderen. Daarnaast moet het de betrokkenheid van belanghebbenden uit verschillende sectoren ondersteunen.
De studie benadrukt hoe belangrijk het is dat landen samenwerken om gedeelde stroomgebieden te beheren. Ze moeten de kosten en voordelen van grensoverschrijdende acties delen. Deze samenwerking is cruciaal om de problemen op te lossen die ontstaan door activiteiten stroomopwaarts die gebieden stroomafwaarts beïnvloeden.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1073/pnas.2310882121en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Caitlin D. Kuempel, Andres Felipe Suárez-Castro. The Global Biodiversity Framework can be leveraged to better manage transboundary watersheds. Proceedings of the National Academy of Sciences, 2024; 121 (24) DOI: 10.1073/pnas.2310882121Gisteren · 23:18
Olifantenzeehonden keren verbluffend terug na bijna uitsterving
Gisteren · 21:19
Herstel door stimulatie: betere handfunctie na hersenletsel
Gisteren · 19:21
Visietool verbetert planning toekomst Colorado River
Deel dit artikel