Nieuwe studie: kwetsbaarheid voor financiële oplichting kan vroeg stadium van Alzheimer voorspellen

AmsterdamOuderen die eerder in financiële oplichting trappen, kunnen vroege hersenveranderingen hebben die hun risico op de ziekte van Alzheimer verhogen. Uit een nieuw onderzoek van de onderzoekers van de USC Dornsife College of Letters, Arts and Sciences blijkt een sterke relatie. Bijna 7 miljoen Amerikanen lijden aan de ziekte van Alzheimer. Het is de vijfde belangrijkste doodsoorzaak onder mensen van 65 jaar en ouder, met een geschatte zorgkost van 360 miljard dollar dit jaar.

Onderzoek onder leiding van Duke Han maakte gebruik van krachtige MRI-scans om de hersenen van 97 mensen tussen de 52 en 83 jaar te bestuderen. Ze richtten zich op de entorhinale cortex, een hersengebied dat belangrijk is voor geheugen en emotiecontrole en vaak vroege tekenen van Alzheimer vertoont. Hier zijn enkele belangrijke bevindingen:

• De entorhinale cortex neemt af naarmate de ziekte van Alzheimer vordert.
• Een dunnere entorhinale cortex bleek gekoppeld te zijn aan een hogere vatbaarheid voor financiële oplichting.
• Deze samenhang was vooral sterk bij deelnemers van 70 jaar en ouder.

Het onderzoek maakte gebruik van de Perceived Financial Exploitation Vulnerability Scale (PFVS) om te meten hoe bewust deelnemers waren van hun financiën en hun kans op het maken van slechte financiële beslissingen. De resultaten toonden aan dat mensen die vatbaarder waren voor financiële oplichting een dunnere entorinale cortex hadden.

Lees ook:

Vandaag · 00:03

Onderzoek: elektrische stimulatie vermindert pijn en vermoeidheid bij patiënten met langdurige covid-symptomen

Han benadrukte het belang van het beoordelen van financiële kwetsbaarheid bij het onderzoeken van het risico op cognitieve achteruitgang. Een hogere FEV-score betekent niet per se dat iemand Alzheimer heeft, maar kan wel op mogelijke problemen wijzen. Deze aanpak biedt een manier om problemen vroegtijdig op te sporen, wat cruciaal is voor het beheer van de ziekte van Alzheimer.

Het onderzoek kent enkele beperkingen. De meeste deelnemers waren oudere, witte en hoogopgeleide vrouwen, wat de bevindingen minder algemeen maakt. Hoewel er een verband werd gevonden, bewijst het onderzoek niet dat het een het ander veroorzaakt. Andere factoren kunnen het verband tussen FEV en de dunner wordende entorhinale cortex verklaren. Meer onderzoek, vooral langlopende studies met diverse groepen, is nodig om FEV als betrouwbaar hulpmiddel voor cognitief functioneren te bevestigen.

Dit onderzoek helpt ons beter te begrijpen wat de ziekte van Alzheimer inhoudt. Het toont aan dat het bekijken van iemands financiële problemen mogelijk kan helpen om vroege tekenen van de ziekte te herkennen. Vroege opsporing kan bijdragen aan een betere beheersing en het leven van risicogroepen verbeteren. Deze studie benadrukt waarom meer onderzoek in dit belangrijke gebied noodzakelijk is.