EU onderzoekt Google's AI: zorgen over privacy groeien

AmsterdamGoogle wordt onderzocht door de Europese Unie’s Commissie voor Gegevensbescherming (DPC) voor het gebruik van zijn PaLM2 kunstmatige intelligentiemodel. Het PaLM2-model assisteert bij AI-diensten zoals het samenvatten van e-mails. Deze DPC-onderzoeken bekijken of Google voldoet aan de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) regels, en de uitkomst kan invloed hebben op Google's AI-activiteiten in Europa.

De acties van de DPC staan niet op zichzelf.

• De DPC heeft eerder deze maand Elon Musk's socialemediaplatform X voor de rechter gedaagd en gedwongen te stoppen met het verwerken van gebruikersdata voor zijn AI-chatbot Grok.
• Meta Platforms heeft na intensieve onderhandelingen met de Ierse toezichthouders haar plannen om Europese gebruikersinhoud te gebruiken voor AI-training opgeschort.
• De Italiaanse gegevensbeschermingsautoriteit legde ChatGPT vorig jaar tijdelijk een verbod op wegens zorgen over gegevensprivacy.

EU-regelgevers besteden meer aandacht aan hoe technologiebedrijven omgaan met gebruikersgegevens. Door de strenge GDPR-regels in de EU moeten bedrijven zich richten op het beschermen van gebruikersprivacy en -beveiliging, en ze moeten transparant en verantwoordelijk zijn over hun werkwijzen.

Google staat mogelijk voor zware consequenties. Als de DPC vaststelt dat Google's AI-praktijken in strijd zijn met de GDPR-regels, kan het bedrijf geconfronteerd worden met hoge boetes en gedwongen worden zijn gegevensbeheer aan te passen. Deze onderzoeken kunnen Google er ook toe brengen wereldwijd strengere regels voor gegevensbescherming in te voeren, niet alleen in de EU.

Regelgevende druk op AI-modellen kan hun vooruitgang en gebruik vertragen. Bedrijven zullen wellicht zorgvuldiger zijn om ervoor te zorgen dat hun AI-systemen voldoen aan privacywetten voordat ze beschikbaar worden gesteld. Dit kan leiden tot vertragingen bij de introductie van nieuwe AI-functies en -diensten op de markt.

Nu regelgeving strenger wordt, zullen bedrijven zoals Google wellicht meer moeten investeren in juridische en nalevingsteams. Dit zou kunnen betekenen dat ze meer data privacy officers en juridische experts moeten aannemen om te voldoen aan verschillende internationale gegevensbeschermingswetten.

De situatie roept vragen op over de toekomst van AI. Het evenwicht vinden tussen de vooruitgang van AI-technologie en de privacy van gebruikers is een uitdaging. Toch is dit cruciaal om het publieke vertrouwen te behouden en aan wettelijke eisen te voldoen.

Met meer controle van EU-regelgevers op AI-praktijken, zal de technologie-industrie waarschijnlijk meer soortgelijke zaken tegenkomen. Bedrijven moeten proactief de regels naleven en sterke gegevensbeheerssystemen gebruiken om aan de regelgeving te voldoen. Deze trend benadrukt het belang van ethische AI-ontwikkeling, waarbij het beschermen van gebruikersprivacy en gegevens van essentieel belang is.