Nieuwe inzichten: stamceltransplantaties verbeteren door donorleeftijd en genetische factoren te onderzoeken
AmsterdamWetenschappers van het Wellcome Sanger Institute en de Universiteit van Zürich hebben een doorbraak bereikt in het stamcelonderzoek. Ze hebben jarenlang met succes stamcellen gevolgd na een transplantatie. Dit heeft hen geholpen om beter inzicht te krijgen in stamceltransplantaties, iets wat eerder onduidelijk was. Hun bevindingen verschaffen waardevolle informatie over hoe de leeftijd van de donor, overlevingskansen van de getransplanteerde stamcellen en genetische factoren de uitkomst van de transplantatie beïnvloeden.
Belangrijke inzichten uit het onderzoek zijn:
Jongere donoren leveren vaak betere resultaten op bij transplantaties, omdat ongeveer 30.000 stamcellen langdurig overleven. Bij oudere donoren blijven slechts 1.000 tot 3.000 stamcellen over, wat kan leiden tot een verminderde immuniteit en een hogere kans op terugval. Het transplantatieproces versnelt de veroudering van het bloedsysteem van de ontvanger met zo'n 10 tot 15 jaar door een verminderde diversiteit aan stamcellen. Opmerkelijk is dat stamcellen tijdens dit intensieve proces maar weinig mutaties oplopen. Sommige stamcellen hebben genetische voordelen die hun overleving verbeteren, los van de leeftijd van de donor.
Deze bevindingen zijn cruciaal voor het verbeteren van stamceltransplantaties. Inzicht in hoe de leeftijd van de donor van invloed is op het proces, helpt bij het selecteren van de beste donoren, wat de veiligheid van de transplantaties kan vergroten. De studie benadrukt het belang van onderzoek naar genetische factoren die bepaalde stamcellen beter kunnen laten functioneren. Dit kan leiden tot genetische tests of veranderingen voorafgaand aan een transplantatie.
Uit recent onderzoek blijkt dat stamcellen niet veel mutaties ondergaan wanneer ze worden getransplanteerd. Dit resultaat staat haaks op eerdere aannames. Het betekent dat, ook al is transplantatie zwaar voor stamcellen, hun genetische structuur mogelijk niet wordt aangetast. Deze kennis kan helpen om methodes te ontwikkelen die getransplanteerde stamcellen beter laten overleven en functioneren bij patiënten, wat hun herstel en gezondheid op lange termijn ten goede komt.
De resultaten kunnen ons helpen bij het selecteren van geschikte donoren en het verbeteren van het beenmerg van ontvangers. Dit kan behandelingen omvatten vóór de transplantatie om het merg van de ontvanger klaar te maken voor nieuwe stamcellen.
Verbeterde methoden voor genoomsequencing zijn cruciaal geweest bij deze ontdekkingen. Ze stellen wetenschappers in staat om genetische veranderingen gedetailleerder te bestuderen dan voorheen. Met deze technologie kan toekomstig onderzoek specifieke genetische markers en omgevingsfactoren identificeren die de resultaten van transplantaties beïnvloeden. Dit kan leiden tot gepersonaliseerde behandelingen voor stamceltransplantaties.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1038/s41586-024-08128-yen de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Michael Spencer Chapman, C. Matthias Wilk, Steffen Boettcher, Emily Mitchell, Kevin Dawson, Nicholas Williams, Jan Müller, Larisa Kovtonyuk, Hyunchul Jung, Francisco Caiado, Kirsty Roberts, Laura O’Neill, David G. Kent, Anthony R. Green, Jyoti Nangalia, Markus G. Manz, Peter J. Campbell. Clonal dynamics after allogeneic haematopoietic cell transplantation. Nature, 2024; DOI: 10.1038/s41586-024-08128-yDeel dit artikel