Klein deel van de aarde kan een derde van unieke bedreigde soorten redden
AmsterdamNieuw onderzoek toont aan dat met de bescherming van slechts 0,7% van het wereldwijde landoppervlak, tot een derde van de zeldzaamste en meest bedreigde viervoetige diersoorten gered kan worden. Deze studie, uitgevoerd door Imperial College London, On the Edge en ZSL, benadrukt dat grote voordelen voor natuurbehoud kunnen worden bereikt door je te richten op gebieden met veel verschillende soorten en unieke evolutionaire kenmerken.
Belangrijke punten uit de studie zijn:
- Richt je op gebieden met hoge biodiversiteit en evolutionaire uniekheid.
- Bescherming van deze gebieden kan helpen om een groot aantal bedreigde diersoorten te redden.
- Huidige beschermingsinspanningen dekken slechts 20% van deze kritieke regio's.
- 75,6% van de EDGE-soorten komt voor in één enkel land, wat het belang van nationale natuurbeschermingsbeleid onderstreept.
Het onderzoek identificeert 25 gebieden, bekend als EDGE Zones, met veel unieke en bedreigde diersoorten. Deze diersoorten hebben bijzondere eigenschappen en lopen het risico uit te sterven. Het beschermen van deze zones helpt bij het redden van deze belangrijke soorten. Belangrijke gebieden die worden genoemd zijn Zuidoost-Azië, het Amazonebekken en Madagaskar, naast enkele anderen.
Het voornaamste probleem is de aanzienlijke menselijke verstoring in deze gebieden. De inwoners kampen vaak met armoede en een tekort aan basisvoorzieningen. Dit zorgt voor een spanning tussen het verbeteren van hun levensomstandigheden en het beschermen van het milieu. Om dit aan te pakken, moeten inspanningen zowel het welzijn van de mensen als de noodzaak om de natuur te behouden, in overweging nemen.
Dr. Rikki Gumbs van ZSL benadrukt dat elke natie cruciaal is voor de bescherming van unieke soorten. Omdat veel van deze soorten slechts in één land voorkomen, zijn lokale wetten en maatregelen essentieel. Bijvoorbeeld, landen zoals Madagaskar en Indonesië, met hun rijke biodiversiteit, moeten zich richten op het beschermen van hun habitats. Stevig nationaal leiderschap en internationale financiering zijn nodig om natuurbeschermingsinspanningen succesvol te maken.
Onderzoek wijst uit dat landen samen moeten werken. Rijke naties zouden moeten helpen om planten en dieren in armere landen te beschermen. Ze kunnen dit doen door geld te doneren en technische kennis te delen, zodat de acties zowel mensen als het milieu ten goede komen.
Toekomstige natuurbehoudsplannen moeten ook planten en vissen in de EDGE-aanpak opnemen. Met het doel om tegen 2030 30% van het land en de zee te beschermen, moeten gebieden die nog niet beschermd zijn maar wel veel EDGE-soorten bevatten, prioriteit krijgen. Door op deze gebieden te focussen, kan de wereldwijde biodiversiteit aanzienlijk toenemen.
Op basis van deze bevindingen zullen organisaties zoals On the Edge en ZSL's EDGE of Existence hun inspanningen aanpassen. Dit stelt hen in staat om een betere strategie voor natuurbescherming te ontwikkelen, wat veel van 's werelds zeldzame en bedreigde diersoorten kan redden.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1038/s41467-024-51992-5en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Sebastian Pipins, Jonathan E. M. Baillie, Alex Bowmer, Laura J. Pollock, Nisha Owen, Rikki Gumbs. Advancing EDGE Zones to identify spatial conservation priorities of tetrapod evolutionary history. Nature Communications, 2024; 15 (1) DOI: 10.1038/s41467-024-51992-5Deel dit artikel