Hongkongse rechter veroordeelt één, spreekt zes vrij in terreurzaak
AmsterdamEen rechtbank in Hongkong heeft één persoon schuldig bevonden en zes anderen vrijgesproken in een groot terrorismeproces. De verdachten ontkenden betrokken te zijn bij een complot eind 2019. Destijds werd de politie beschuldigd van te harde maatregelen tijdens protesten. Volgens de aanklagers omvatte het plan het ontploffen van twee bommen en het neerschieten van politieagenten tijdens een demonstratie op 8 december 2019.
De rechtbank ontdekte dat de meeste beklaagden deel uitmaakten van twee groepen. Eén hiervan stond bekend als de "Drakendodersbrigade". Volgens rapporten had deze groep plannen om politieagenten naar een locatie te lokken waar bommen zouden ontploffen en een sluipschutter op de agenten zou schieten. Het proces, dat in april begon, legde de geheime en complexe aard van deze groepen bloot die betrokken zijn bij activisme en vermeend terrorisme.
Belangrijke punten uit de hoorzitting zijn:
- Volgens de aanklager had de "Drakendodersbrigade" als doel politie te treffen met bommen en een scherpschutter.
- Advocaten van de verdediging betoogden dat sommige verdachten na hun arrestaties door de politie werden mishandeld.
- Beschuldigingen van politiegeweld waren al wijdverbreid tijdens de protesten in 2019.
- Cheung Chun-fu, die schuldig pleitte aan het bezitten van explosieven en vuurwapens, werd veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf.
De protesten in Hong Kong van 2019 vormden een van de grootste uitdagingen voor de overheid sinds de stad in 1997 onder Chinese controle kwam. Meer dan 10.200 mensen zijn tijdens deze protesten gearresteerd, die gepaard gingen met uiteenlopende vormen van sociale onrust. Aanleiding voor de protesten was een uitleveringswet die intussen is ingetrokken en die het mogelijk zou maken verdachten naar het vasteland van China te sturen voor berechting.
De sociale beweging verzwakte om verschillende redenen. Ten eerste werden veel democratie-activisten gearresteerd of het land uit gestuurd. Ten tweede maakte de COVID-19-pandemie het moeilijk om in het openbaar samen te komen. Tot slot stopten veel protesten door een strenge nationale veiligheidswet die in 2020 werd ingevoerd. Deze wet maakt het strafbaar om naar onafhankelijkheid te streven, de regering omver te werpen of samen te werken met buitenlandse landen tegen de staat. Velen geloven dat de wet is gebruikt om tegengeluiden te onderdrukken en de vrijheden die Hongkong ooit had te beperken.
In Hongkong botst de noodzaak om het land veilig te houden met het beschermen van burgerrechten. De overheid stelt dat strenge regels noodzakelijk zijn voor de vrede, maar sommige inwoners vinden dat hun vrijheden hierdoor worden beperkt. Naarmate Hongkong zich verder ontwikkelt, blijft deze strijd tussen veiligheid en vrijheid voortduren. Het is een complex vraagstuk dat de machtsstrijd tussen de lokale overheid, de burgers en Beijing benadrukt.
Deel dit artikel