Darmhormonen: nieuwe hoop voor oplossingen tegen levervetziekte

AmsterdamVetleverziekte is een ernstige aandoening waarbij er te veel vet in de lever ophoopt. Dit gebeurt vaak door vetrijke diëten en obesitas. Wetenschappers onderzoeken nu de rol van darmhormonen bij deze aandoening. Hormonen zoals glucagon, GLP-1 en GLP-2 lijken cruciaal te zijn voor de vetverwerking in het lichaam. Een studie van de Fujita Health University onderzoekt hoe deze hormonen de vetopname door de lever beïnvloeden.

De onderzoeksgroep onder leiding van universitair docent Yusuke Seino heeft muizen genetisch gemanipuleerd zodat ze geen PGDP's hebben. Op deze manier onderzochten zij de reactie van de lever op een vetrijke voeding. Hier zijn hun belangrijkste bevindingen:

Verminderde niveaus van vrije vetzuren en triglyceriden in de lever bij genetisch gemodificeerde muizen in vergelijking met de controlegroep. Vermindering van vetopname in de darmen via het CD36-pad. Lagere expressie van genen die betrokken zijn bij vetopname en -metabolisme. Veranderingen in de samenstelling van darmbacteriën die bevorderlijk zijn voor weerstand tegen obesitas.

Onderzoek toont aan dat de belangrijkste manier om ophoping van vet in de lever te voorkomen, is door de hoeveelheid vet die door de darmen wordt opgenomen te verminderen. Dit suggereert dat de focus moet liggen op het proces van vetopname in de darmen, in plaats van op het vermogen van de lever om vet te verbranden. Dit biedt mogelijkheden voor nieuwe, niet-invasieve behandelingen die zich richten op de darmen.

Lees ook:

Vandaag · 08:32

Vondst fossielen: Krijt-vogels als roofvogels actief

Deze bevindingen zijn van groot belang. Als wetenschappers beter begrijpen hoe PGDP’s vetabsorptie beïnvloeden, kunnen ze mogelijk diëten aanbevelen die het risico op obesitas en leververvetting verkleinen. Bovendien wijzen veranderingen in darmbacteriën erop dat aanpassingen in voeding of het gebruik van probiotica de stofwisseling positief kunnen beïnvloeden.

Het onderzoeken van medicijnen die GLP-2 en glucagon blokkeren kan leiden tot nieuwe behandelingen. Deze medicijnen kunnen helpen bij een betere insulinewerking en invloed hebben op de vetstofwisseling, wat mogelijk de impact van leververvetting wereldwijd kan verminderen.

Uit dit onderzoek blijkt hoe voeding, hormonen en darmbacteriën met elkaar verbonden zijn. Naarmate we meer leren, kunnen er nieuwe behandelingen komen voor mensen met deze aandoening. Aangezien leververvetting steeds vaker voorkomt, is het belangrijk om deze verbanden te begrijpen om goede preventie- en behandelingsmethoden te ontwikkelen.