Oude Tasmaniërs beheersten landschap al meer dan 41.000 jaar geleden met vuur
AmsterdamNieuwe onderzoeken onthullen dat de eerste mensen in Tasmanië al meer dan 41.000 jaar geleden vuur gebruikten om het landschap te beheren. Dit is ongeveer 2.000 jaar eerder dan wetenschappers tot nu toe dachten. Onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk en Australië bestudeerden oude moddermonsters en vonden houtskool en pollen. Deze bevindingen suggereren dat vroege Aboriginal Tasmaniërs hun omgeving bewust beheerden door het aansteken van vuur.
De eerste bewoners van Tasmanië waren de Palawa of Pakana. Ze kwamen tijdens de laatste ijstijd vanuit Afrika naar het zuidelijk halfrond en vestigden zich daar. Zij waren de pioniers in het beheren van het land in Tasmanië. Onderzoekers bestuderen hun methoden om meer inzicht te krijgen in de langdurige interactie tussen mens en milieu vóór de geschreven geschiedenis.
Deze ontdekking is om meerdere redenen van groot belang.
Sporen van houtskool in oude modder duiden op het gebruik van vuur circa 41.600 jaar geleden. Veranderingen in de vegetatie, te zien door pollenanalyse, wijzen op activiteiten zoals het kappen van bossen. De opkomst van vuur-adaptieve soorten, zoals eucalyptus, suggereert een bewuste selectie van planten.
Vroege Tasmaniërs gebruikten vuur om te overleven. Door bepaalde gebieden te verbranden, werd de land doorgang eenvoudiger en was het gemakkelijker om te jagen. Dit had mogelijk ook sociale of culturele voordelen. Dit inzicht verandert ons beeld van oude menselijke groepen, doordat we zien dat ze hun omgeving actief vormgaven in plaats van er alleen maar doorheen te trekken.
Aboriginals in Australië passen nog steeds vuurgebruik toe om land te beheren, een praktijk genaamd culturele branden. Deze methode helpt om diverse plant- en diersoorten te behouden en verkleint de kans op grote bosbranden door droge bladeren en takken te verminderen. Deze traditionele technieken kunnen ons waardevolle inzichten geven over landbeheer, vooral nu klimaatverandering een groter probleem wordt.
Inheemse manieren van landbeheer kunnen onze visie op milieubescherming drastisch veranderen. Door gebruik te maken van traditionele kennis kunnen we leren om landschappen op een duurzame wijze te onderhouden. Door naar inheemse volkeren te luisteren, kunnen we ontdekken hoe we verschillende diersoorten kunnen beschermen en problemen zoals bosbranden kunnen aanpakken, waarbij we oude methoden combineren met de huidige milieuvereisten.
Leren over hoe oude volkeren met hun omgeving leefden helpt ons om de menselijke geschiedenis beter te begrijpen. Het beïnvloedt ook hoe we tegenwoordig naar landgebruik kijken. De geschiedenis van de Tasmaniërs toont ons de sterke band tussen mens en natuur. Dit is cruciaal voor het plannen van landgebruik dat milieuvriendelijk is.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1126/sciadv.adp6579en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Matthew A. Adeleye, Felicitas Hopf, Simon G. Haberle, Georgia L. Stannard, David B. Mcwethy, Stephen Harris, David M. J. S. Bowman. Landscape burning facilitated Aboriginal migration into Lutruwita/Tasmania 41,600 years ago. Science Advances, 2024; 10 (46) DOI: 10.1126/sciadv.adp6579Deel dit artikel