Toen Blair Labour lelijkheid teruggaf: de verkiezingen van 1997 herbeleefd
AmsterdamIn 1997 behaalde Tony Blair een grote overwinning voor de Labour Party bij de Britse verkiezingen. Labour won maar liefst 179 zetels, nog meer dan bij hun grote overwinning in 1945 tegen Winston Churchill's Conservative Party. De Conservatieven kregen slechts 165 van de 650 zetels in het Lagerhuis, hun slechtste resultaat sinds 1906.
Verschillende redenen hebben geleid tot het verlies van de Tories:
- De economische crisis van september 1992
- Financiële en seksuele schandalen binnen de Conservatieve Partij
- Onenigheid over de positie van het VK binnen de Europese Unie
De economische crisis veroorzaakte een grote impact. Het Britse pond werd uit een Europees wisselkoerssysteem gehaald. Dit voorval, bekend als Zwarte Woensdag, schaadde de reputatie van de regering. Veel mensen vonden dat de overheid de controle over de economie aan het verliezen was.
John Major, leider van de Conservatieve Partij, ondervond interne conflicten. Enkele leden van zijn kabinet waren tegen zijn beleid betreffende de Europese Unie. In een privéopmerking die openbaar werd, noemde Major deze ministers "de klootzakken." Hoewel hij erin slaagde een opt-out van de euro voor het VK te onderhandelen, bracht dit geen eenheid binnen zijn partij.
Blairs gematigde beleidsvoering zorgde ervoor dat veel kiezers zich op hun gemak voelden. Jarenlang had Labour moeite om steun te krijgen, maar Blairs aanpak schrikte hen niet af. Ze voelden zich weer prettig bij stemmen op Labour.
Blair leidde Labour naar drie opeenvolgende verkiezingsoverwinningen en was tien jaar lang premier, langer dan enige eerdere Labourleider. Zijn regering boekte meerdere belangrijke resultaten, waaronder het Goede Vrijdagakkoord van 1998, dat bijdroeg aan het verminderen van geweld in Noord-Ierland.
Andere prestaties onder Blair's leiderschap waren:
- Meer financiering voor openbare diensten zoals scholen en ziekenhuizen
- Langste periode van economische groei in het naoorlogse Groot-Brittannië
Blairs nalatenschap is omstreden. Velen herinneren zich zijn steun voor de Amerikaans-geleide oorlog in Irak in 2003, een kwestie die nog steeds voor verdeeldheid zorgt in Groot-Brittannië. Sommige leden van de Labour Party waren opgelucht toen Blair in 2007 aftrad en het leiderschap overdroeg aan Gordon Brown, die al lange tijd zijn minister van Financiën was.
Browns premierschap was zwaar. Kort na zijn aantreden begon de wereldwijde financiële crisis. Dit maakte zijn leiderschap lastig en de Labour-partij kreeg te maken met tal van problemen.
De verkiezingsoverwinning van Blair in 1997 betekende een grote verandering voor de Labour Party. Hiermee kwam een einde aan vele jaren van Conservatieve heerschappij en werden ingrijpende veranderingen in het Verenigd Koninkrijk doorgevoerd. Hoewel meningen over Blair's leiderschap uiteenlopen, blijft zijn eerste overwinning een belangrijk moment in de Britse politiek.
Vandaag · 21:44
Hongaren eisen persvrijheid en minder media-bias
Vandaag · 04:07
Lokale talen herwinnen terrein in Senegal
Gisteren · 22:14
Mexicaanse president lanceert ambitieuze klimaatactieplannen
Gisteren · 20:11
Dodelijk bendegeweld in Haïti eist 70 slachtoffers
Deel dit artikel