Verkoop van U.S. Steel aan Japan zet Pittsburgh in politieke chaos

AmsterdamDe verkoop van U.S. Steel aan het Japanse Nippon Steel roept zorgen op over baanzekerheid en de nationale economische macht. Politici van verschillende partijen en vakbonden uiten hun ongerustheid en hebben zich tegen de deal uitgesproken.

Belangrijkste zorgen:

• Banenzekerheid
• Landelijke Veiligheid
• Naleving van Mededingingsregels

U.S. Steel, ooit een grootmacht in de industrie, staat nu op plek 27 van de grootste staalproducenten. Toch behouden de werknemers hun politieke invloed. Mike Mikus, politiek adviseur uit Pittsburgh, merkt op dat gemeenschappen zich zorgen maken over het verlies van staalbanen, omdat ze eerder al eens zijn verdwenen en dat mogelijk opnieuw kan gebeuren.

President Biden steunt vakbonden en heeft bijna beloofd om de deal te stoppen. Tijdens een bijeenkomst in Pittsburgh zei hij dat U.S. Steel volledig Amerikaans moet blijven. Ondanks dat Trump niet langer president is, stemde hij in met Biden en zei dat hij de verkoop onmiddellijk zou stoppen als hij de leiding had.

Verscheidene groepen onderzoeken de deal. Het Comité voor Buitenlandse Investeringen in de Verenigde Staten bekijkt het op nationale veiligheidsrisico’s. Het Ministerie van Justitie beoordeelt het op mededingingskwesties. Daarnaast heeft de United Steelworkers vakbond een klacht ingediend.

De lokale politiek staat op scherp. De Democratische senatoren Bob Casey en John Fetterman uit Pennsylvania, en Sherrod Brown uit Ohio zijn tegen de verkoop. Ook Republikeinen zoals J.D. Vance uit Ohio, Ted Cruz uit Texas en Josh Hawley uit Missouri zijn tegen.

Nippon Steel heeft als doel de deal dit jaar af te ronden. Ze zullen hun Amerikaanse hoofdkantoor verplaatsen van Houston naar Pittsburgh en oude staalfabrieken moderniseren. Advertenties op sociale media, tv en billboards beloven banen te beschermen en de faciliteiten schoner en efficiënter te maken.

Pittsburgh heeft een metamorfose ondergaan en staat niet langer bekend om staalproductie. De economie van de stad richt zich nu op onderwijs en gezondheidszorg. Veel jongeren verhuizen naar de stad vanwege de technologie-industrie, en zij hechten meer waarde aan het milieu dan aan staal. Lokale verkiezingen laten zien dat progressieve kandidaten, die fossiele brandstoffen bekritiseren, steeds populairder worden.

De verkoop van U.S. Steel weerspiegelt de bredere zorgen over de achteruitgang van de maakindustrie in de Verenigde Staten. Nu China de staalindustrie domineert, zien velen dit als een cruciaal moment om Amerikaanse banen en vakkennis te beschermen. Milieuproblemen zijn ook verweven met economische kwesties, waardoor deze deal niet alleen belangrijk is voor banen, maar ook voor toekomstige groei en duurzaamheid.