Genetisch aangepaste dieetstrategieën voor persoonlijke IBS-behandeling: gericht op koolhydraatenzymen en symptomen.

AmsterdamRecent onderzoek verandert de behandeling van het prikkelbaredarmsyndroom (PDS) door te kijken naar genen die een rol spelen bij de vertering van koolhydraten. Uit de studie, gepubliceerd in Clinical Gastroenterology & Hepatology, blijkt dat variaties in deze genen een grote invloed kunnen hebben op hoe PDS-patiënten op veranderingen in hun dieet reageren. Dit nieuwe inzicht kan leiden tot nauwkeurigere en effectievere voedingsadviezen voor mensen met PDS.

IBS heeft invloed op ongeveer 10% van de wereldbevolking en vormt een uitdaging voor artsen vanwege de vele uiteenlopende symptomen en de variërende respons op behandelingen. Het low-FODMAP dieet, dat bepaalde koolhydraten vermindert, biedt verlichting voor sommigen, maar werkt niet voor iedereen. Deze variatie in effectiviteit benadrukt de noodzaak van op maat gemaakte behandelplannen.

Belangrijke resultaten van het onderzoek zijn de volgende:

Bij patiënten met genetische afwijkingen in enzymen voor koolhydraatvertering bleek het laag-FODMAP dieet effectiever te zijn. Dit effect was het sterkst bij mensen met diarree-dominante prikkelbare darmsyndroom (PDS). Binnen de groep die met medicatie werd behandeld, werden geen significante verschillen opgemerkt.

Lees ook:

Vandaag · 12:56

Ontcijferen van kikkerziektes met inzichten uit dna, de natuur als hulpmiddel

Deze bevindingen dragen bij aan het opstellen van gepersonaliseerde voedingsplannen door te laten zien welke benaderingen het beste werken voor verschillende genetische samenstellingen. Zo kunnen veranderingen in hCAZyme-genen binnenkort belangrijke indicatoren worden voor hoe iemand op bepaalde diëten reageert, net zoals lactose-intolerantie de behoefte aan lactosevrije diëten bepaalt.

Genetisch gepersonaliseerde diëten kunnen het eenvoudiger maken voor patiënten om zich aan voedingsadviezen te houden door onnodige beperkingen te vermijden. Veel patiënten vinden strikte diëten lastig vol te houden, vooral als ze niet snel of duidelijk resultaat zien. Door inzicht in genetische aanleg kunnen zorgverleners gerichter advies geven dat patiënten ondersteunt bij het volhouden van hun dieet.

Nutrigenetica en precisiegeneeskunde spelen een belangrijke rol in de gezondheidszorg. Ze kunnen worden ingezet voor andere spijsverteringsproblemen door betere dieetplannen te ontwikkelen op basis van iemands genetische profiel. Dit illustreert hoe genetica steeds belangrijker wordt bij het op maat maken van gezondheidszorg voor elk individu.

De onderzoeksresultaten worden nog steeds getest, en er zijn meer studies nodig om de vroege bevindingen te bevestigen. Deze benadering van een genetisch dieet wijst op een toekomst waarin het beheer van IBS gericht is op het behandelen van mensen volgens hun genetische verschillen, in plaats van dezelfde methode voor iedereen te gebruiken. Dit zou kunnen leiden tot betere resultaten en een verbeterde kwaliteit van leven voor patiënten.