Bangladesh herdenkt maand zonder Sheikh Hasina met massale rally’s

AmsterdamDuizenden mensen in Bangladesh kwamen bijeen om een maand sinds het afzetten van voormalig premier Sheikh Hasina te herdenken. De hoofdoptocht, bekend als de "shaheedi mars" of "martelarenprocessie," begon bij de Universiteit van Dhaka en trok door de straten. Naast talloze vlaggen van Bangladesh toonden sommige deelnemers ook een grote Palestijnse vlag, waarmee zij hun steun aan andere moslimmeerderheidslanden uitdrukten.

Deelnemers vertegenwoordigden een diverse dwarsdoorsnede van de Bengaalse samenleving. In de wijk Uttara in Dhaka:

• Duizenden scholieren en madrasastudenten in uniform sloten zich aan bij de processies.
• Demonstranten droegen spandoeken met teksten als "We willen de executie van Hasina" en "We willen hervormingen van de staat."
• Velen scandeerden anti-Hasina leuzen, wat wijst op wijdverbreide onvrede.

Ondanks inspanningen om de rust te herstellen, blijft de onrust in Bangladesh voortduren. De economie verkeert in zwaar weer en de tijdelijke regering onder leiding van Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus werkt hard om de orde te handhaven. Yunus, die een gespannen verleden heeft met Hasina, bekritiseerde haar recente politieke uitspraken in India. Hij noemde de opmerkingen onvriendelijk en riep Hasina op om stil te blijven om verdere problemen te voorkomen.

Protesten in Dhaka en andere grote steden hebben geleid tot sluiting van fabrieken. Kledingarbeiders en andere werknemers legden het werk neer tijdens de onrust, maar gingen weer aan de slag onder strenge beveiliging. De interim-regering is nu bezig met het herstructureren van de politie, bureaucratie en andere staatsinstellingen om de controle te herwinnen.

Uit rapporten blijkt dat er sprake is geweest van religieus geweld. Een jonge hindoe, Sri Utso, werd door een groep moslims mishandeld na vermeende beledigingen aan het adres van de profeet Mohammed. Dit incident toont de spanningen tussen verschillende religieuze gemeenschappen aan. Niettemin ontkende Yunus dat de hindoeïstische minderheid vaker het doelwit is geworden sinds het vertrek van Hasina. Hij stelde dat de aanvallen politiek gemotiveerd zijn omdat velen geloven dat hindoes voornamelijk de Awami League steunden, die nu niet meer aan de macht is.