Nieuw onderzoek: zittende gesprekken met patiënten verhogen tevredenheid en resultaten in ziekenhuizen
AmsterdamUit onderzoek van de Universiteit van Michigan en het VA Ann Arbor Healthcare System blijkt dat artsen beter kunnen gaan zitten tijdens gesprekken met patiënten in het ziekenhuis. Dit bevordert het vertrouwen en de tevredenheid, wat kan leiden tot betere klinische resultaten. Hoewel sommige eerdere studies een hoog risico op bias vertoonden, waren de algehele uitkomsten positief.
Belangrijke punten:
- Op ooghoogte zitten wekt vertrouwen en tevredenheid.
- Betere klinische resultaten bij interacties op ooghoogte.
- Geeft patiënten een gevoel van empathie en medeleven.
Dr. Nathan Houchens van de U-M Medical School leidde een onderzoek samen met andere artsen en geneeskundestudenten. Ze onderzochten hoe artsen hun houding kunnen aanpassen om patiënten meer op hun gemak te laten voelen. Door te zitten of te hurken, kunnen artsen ervoor zorgen dat het ziekenhuis minder intimiderend aanvoelt voor patiënten.
Ondanks de voordelen voldeden maar weinig onderzoeken aan de criteria voor de systematische review. Slechts 14 studies werden geanalyseerd, waarvan er maar twee sterke experimenten waren. De onderzoeken maten verschillende resultaten, zoals de mening van patiënten en algemene evaluatiescores van het ziekenhuis.
De studie suggereert het plaatsen van klapstoelen en krukjes in patiëntenkamers. Het VA Ann Arbor heeft deze stoelen al in veel kamers toegevoegd. Dit zou artsen kunnen helpen om meer te zitten en langduriger met hun patiënten te praten.
Dr. Houchens stelde dat artsen vaak vermijden om te zitten omdat ze vrezen dat het meer tijd kost. Maar gegevens tonen aan dat deze interacties niet langer duren. Bovendien maken infectiepreventieproblemen het moeilijk voor artsen om altijd op ooghoogte met patiënten te zijn.
Een nieuwe studie van VA/U-M onderzoekt verschillende methoden, zoals het aanpassen van de lichaamshouding van artsen, patiënten warm begroeten en vragen naar hun belangrijkste zorgen. Het onderzoek, gefinancierd door het Agentschap voor Gezondheidszorgonderzoek en Kwaliteit, zal ziekenhuisafdelingen die deze technieken toepassen vergelijken met afdelingen die dat niet doen.
Artsen zouden moeten zitten tijdens gesprekken met patiënten. Patiënten bevinden zich vaak al in een lastige situatie en op hetzelfde ooghoogte zijn kan hen het gevoel geven dat ze begrepen en gerespecteerd worden. Wanneer artsen laten zien dat ze echt luisteren en geven om de patiënt, zijn patiënten eerder geneigd hun adviezen op te volgen. Dit kan leiden tot een betere gezondheid.
Dr. Houchens en zijn team hopen dat deze prijs meer artsen zal stimuleren om deze gewoontes over te nemen. Het gaat niet alleen om zitten; het gaat om het verbeteren van onze zorg voor patiënten. Kleine veranderingen kunnen een groot verschil maken. Door stoelen beschikbaar te stellen en dit gedrag te tonen, kunnen er positieve veranderingen in de gezondheidszorg ontstaan.
Het team voor de systematische review bestaat uit Ashwin Gupta, Whitney Townsend, Sanjay Saint en Jason Engle van de Universiteit van Michigan en de VA. Ze maken deel uit van de afdeling Ziekenhuisgeneeskunde bij Michigan Medicine en het VA Center for Clinical Management Research. Hun werk richt zich op het vinden van betere manieren om de relaties tussen patiënten en hun zorgverleners te verbeteren.
De studie werd gefinancierd door U-M en VA, en de nieuwe programma's worden ondersteund door een AHRQ-subsidie (HS28963-01). Dit benadrukt het groeiende belang van non-verbale communicatie in de gezondheidszorg. Er wordt verwacht dat er in de toekomst meer onderzoek en richtlijnen over dit onderwerp zullen komen.
De studie is hier gepubliceerd:
http://dx.doi.org/10.1007/s11606-024-08906-4en de officiële citatie - inclusief auteurs en tijdschrift - is
Nathan Houchens, Jason M. Engle, Rita Palanjian, Sanjay Saint, Whitney A. Townsend, Mariam Nasrallah, Ashwin Gupta. Effect of Clinician Posture on Patient Perceptions of Communication in the Inpatient Setting: A Systematic Review. Journal of General Internal Medicine, 2024; DOI: 10.1007/s11606-024-08906-4Deel dit artikel